•
de kopjes te verwarmen met warm water (zie hoofdstuk
"11. Afgifte heet water").
•
de koffietemperatuur te verhogen in het programmeer-
menu (zie paragraaf "8.9 Temperatuur instellen").
9.6 Koffie bereiden met koffiebonen
Let op!
Geen gekarameliseerde of gekonfijte koffiebonen gebruiken
omdat die aan de koffiemolen kunnen blijven kleven en deze
onbruikbaar kunnen maken of beschadigen.
1. Doe de koffiebonen in het hiervoor bestemde reservoir
(A3) (afb. 12).
2. Plaats onder de tuitjes van de koffieuitloop (A10):
- 1 kopje, als men 1 kopje koffie wenst (afb. 10);
- 2 kopjes, als men 2 kopjes koffie wenst (afb. 13).
3. Breng de afgiftegroep omlaag en zo dicht mogelijk bij de
kopjes: zo wordt een betere crème verkregen (afb. 14).
4. Druk op de icoon betreffende het gewenste aantal kopjes
(B7- 1 kopje
of B6- 2 kopjes
5. De bereiding begint. Het display toont de geselecteerde
afgifte en een voortgangsbalk die, naarmate de bereiding
vordert, opgevuld wordt.
N.B.!
•
Terwijl het apparaat de koffie bereidt, kan de afgifte op
ieder gewenst moment onderbroken worden door op een
willekeurig icoon te drukken.
•
Zodra de afgifte beëindigd is en men een grotere hoeveel-
heid koffie in het kopje wenst, volstaat het om (binnen 3
seconden) één van de iconen voor koffieafgifte (
) ingedrukt te houden.
Zodra de bereiding voltooid is, is het apparaat weer klaar voor
nieuw gebruik.
Let op!
•
Tijdens het gebruik verschijnen er op het display enkele
berichten (VUL RESERVOIR, LEDIG KOFFIEDIKBAKJE, enz.)
waarvan de betekenis wordt beschreven in het hoofdstuk
"18. Op het display weergegeven berichten".
•
Raadpleeg voor het verkrijgen van warmere koffie de para-
graaf "9.5 Tips voor een warmere koffie".
•
Stroomt de koffie druppelsgewijs, of weinig volumineus,
met weinig crème, of te koud, lees dan de tips in het hoofd-
stuk "19. Problemen oplossen".
9.7 Koffie bereiden met voorgemalen koffie
•
Doe nooit koffiebonen in de trechter voor de voorgemalen
koffie (A4), dit kan de machine beschadigen.
•
Doe nooit voorgemalen koffie in het apparaat terwijl het
toestel uit staat, om te voorkomen dat er koffie in het ap-
paraat terechtkomt en het zo bevuilt. In dit geval kan het
apparaat beschadigd raken.
•
Voeg nooit meer dan 1 afgestreken doseerschepje (C2) toe,
anders kan de binnenkant van het apparaat vuil worden of
de trechter verstopt raken.
Bij het gebruik van voorgemalen koffie kan slechts één kopje
koffie per keer gezet worden.
1. Druk herhaaldelijk op de icoon
het display (B3) "Voorgemalen" toont.
2. Open het deksel van de trechter voorgemalen koffie (A2).
3. Controleer dat de trechter niet verstopt is en voeg vervol-
gens een afgestreken doseerschepje voorgemalen koffie
).
toe.
4. Plaats een kopje onder de tuitjes van de koffieuitloop (A10)
(afb. 10).
5. Druk op de icoon 1 kopje
6. De bereiding begint, het display toont de geselecteerde
hoeveelheid en een voortgangsbalk die, naarmate de be-
reiding vordert, opgevuld wordt.
Indien de werkwijze "Energiebesparing" geactiveerd is, kan
het enkele seconden duren eer de afgifte van de eerste koffie
of
begint..
9.8 Koffie DOPPIO+ bereiden met koffiebonen
Volg de aanwijzingen van paragraaf "9.6 Koffie zetten met kof-
fiebonen" om het apparaat gebruiksklaar te maken en druk op
de icoon
9.9 Personalisering hoeveelheid koffie DOPPIO+
De machine is in de fabriek ingesteld om ongeveer 120ml koffie
DOPPIO+ af te geven. Indien u dit wenst te wijzigen, volgt u de
volgende stappen:
1. Plaats een kopje of een beker met voldoende inhoud onder
de tuitjes van de koffieuitloop (A10) (afb. 10).
2. Houd de icoon
het bericht "Program. hoeveelheid".
3. Laat de icoon
leveren.
14
Let op!
N.B.!
(B7).
N.B.!
(B9).
(B9) ingedrukt tot het verschijnen van
LOS: de machine begint koffie te
(B4) (afb. 8) totdat