2. VÓÓR DE INSTALLATIE
2.1 Uitpakken
2.1.1 Accessoires
Naam accessoire
Hoev.
Eigenaars- en
1
installatiehandleiding
Eenwegsklep
1
Pijp (kort) voor
1
watercondensatie
Afvoerpijp voor
1
watercondensatie
Filter
1
2
Ring
1
Vaste strook
2.1.2 Hoe te vervoeren
1. Breng beschermplaten aan op het contactoppervlak om
krassen of vervorming van het oppervlak van het
apparaat te voorkomen. De schoepen niet met
de vingers en andere dingen aanraken. Het
apparaat tijdens het verplaatsen niet meer dan
75° kantelen en het bij de installatie
rechtop houden.
2. Dit apparaat is zwaar en moet door twee of
meer personen gedragen worden, anders kan het letsel en schade
veroorzaken.
2.2 Locatievereisten
1. Er moet voldoende ruimte overblijven voor installatie en onderhoud.
2. De luchtinlaat en -uitlaat moeten vrij zijn van obstakels en beschermd
tegen harde wind.
3. De ondergrond moet vlak zijn, mag niet meer dan 2° hellen, moet het
gewicht van het apparaat kunnen dragen en moet geschikt zijn om het
apparaat te installeren zonder lawaai of trillingen te veroorzaken.
4. Het geluid dat het apparaat voortbrengt en de uitgestoten luchtstroom
mogen niet tot last zijn van buren.
5. Er lekt geen brandbaar gas in de buurt.
6. Het is geschikt voor het aanleggen van leidingen en bedrading.
7. Als het apparaat in een binnenruimte wordt geïnstalleerd, kan de
binnentemperatuur dalen en kan er lawaai ontstaan. Neem hiervoor
preventieve maatregelen.
8. Als het apparaat op een metalen deel van een gebouw geïnstalleerd moet
worden, zorg dan voor een goede elektrische isolatie die voldoet aan de
relevante plaatselijke elektrische norm.
ATTENTIE
• Bij het installeren van dit apparaat moet ook
rekening worden gehouden met de omgevings-
temperatuur; in de warmtepompmodus moet de
omgevingstemperatuur hoger zijn dan -7ºC en
lager dan 43ºC. Als de omgevingstemperatuur
buiten deze boven- en ondergrenzen valt,
worden de elektrische elementen geactiveerd
om aan de warmwatervraag te voldoen en werkt
de warmtepomp niet.
• Het apparaat moet zich op een plaats bevinden
waar het niet kan vriezen. Als het apparaat zich
in niet-geconditioneerde ruimten (bijv. garages,
kelders, enz.) bevindt, kan het nodig zijn om de
waterleidingen, condensleidingen en afvoerpij-
pen te isoleren tegen bevriezing.
Scherp
Doel
Installatie- en gebruiks-
aanwijzing Deze handleiding
Voorkomt dat water
terugstroomt
Afvoer condenswater
Afvoer condenswater
Vastgemaakt apparaat om omvallen te voorkomen
>75°
Gradiëntlimiet>75°
Tabel 2-1
Als u het apparaat op een van de volgende plaat-
sen installeert, kan dit leiden tot storingen (als dit
onvermijdelijk is, neem dan contact op met de
leverancier).
• De locatie bevat minerale oliën zoals smeermid-
del voor snijmachines.
• Aan zee waar de lucht veel zout bevat.
• Gebied met hete bronnen waar corrosieve
gassen voorkomen, bijv. sulfidegas.
• Fabrieken waar de netspanning ernstig
fluctueert.
• In een auto of cabine.
• Een plaats met direct zonlicht en andere warm-
tebronnen. Als er geen manier is om deze locatie
te vermijden, installeer dan een afdekking.
• Plaats zoals een keuken waar olie doordringt.
• Plaats waar sterke elektromagnetische golven
voorkomen.
• Plaats waar brandbare gassen of materialen
aanwezig zijn.
• Plaats waar zure of alkalische gassen verdampen.
• Andere speciale omgevingen.
• Het apparaat moet stevig bevestigd worden,
anders kan het lawaai veroorzaken en gaan
schudden.
• Zorg ervoor dat er geen obstakels rond het
apparaat zijn.
• Bevestig het apparaat op plaatsen waar het hard
waait, zoals aan zee, op een tegen de wind
beschutte plaats.
3
ATTENTIE
WAARSCHUWING