10
Selecteer [IP-adres automatisch verkrijgen] en klik op [Volgende].
• IP-adres automatisch verkrijgen: Selecteer deze optie wanneer het
netwerk is geconfigureerd om automatisch IP-adressen toe te
wijzen. Wanneer het netwerk geen DHCP-server heeft, worden
adressen automatisch toegewezen door automatische IP (p.
180).
• IP-adres: Wanneer het netwerk is geconfigureerd om manueel IP-
adressen toe te wijzen, geeft u een IP-adres in voor de WT-4.
• Subnetmasker: Wanneer het netwerk is geconfigureerd om
manueel IP-adressen toe te wijzen, geeft u een subnetmasker in
voor de WT-4.
• Standaard gateway: Als het netwerk een gatewayadres vereist,
selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen. Deze optie is enkel van
toepassing wanneer u [FTP-server] hebt geselecteerd bij
[Profieltype] in stap 7.
• DNS-server: Als er een domeinnaamserver is op het netwerk,
selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen. Deze optie is enkel van
toepassing wanneer u [FTP-server] hebt geselecteerd bij
[Profieltype] in stap 7.
56
De WT-4 gebruiken met een computer