Geavanceerde bediening
De beschrijvingen vanaf dit punt zijn voor functies die niet worden
beschreven in de Serato DJ softwarehandleiding en die speciaal bedoeld
zijn voor wanneer deze unit en Serato DJ samen worden gebruikt.
De performance-pads gebruiken
De Performance-pads worden gebruikt voor het regelen van de Hot Cue-,
de Loop Roll-, de Slicer- en de Sampler-functie.
Deze functies worden overgeschakeld met de betreffende knoppen van
de pad-stand (de [HOT CUE]-standknop, [ROLL]-standknop, [SLICER]-
standknop en de [SAMPLER]-standknop).
Hot Cues gebruiken
Met deze functie kan het afspelen ogenblikkelijk worden gestart vanaf de
positie waar de hot cue is ingesteld.
! Er kunnen per track tot acht Hot Cue's worden ingesteld en
opgeslagen.
1 Druk op de [HOT CUE]-standknop.
De [HOT CUE]-standknop licht op en de Hot Cue-stand wordt
ingeschakeld.
2 Je kunt in de afspeel- of de pauzestand het Hot Cue-
punt instellen door op een performance-pad te drukken.
De Hot Cue-punten worden toegewezen aan de verschillende perfor-
mance-pads zoals hieronder wordt getoond.
Hot cue1
Hot cue2
Hot cue1
Hot cue2
Hot cue5
Hot cue6
Hot cue5
Hot cue6
3 Druk op de performance-pad waarop het Hot Cue-
punt is ingesteld.
Het afspelen begint vanaf het Hot Cue-punt.
! Ingestelde Hot Cue-punten kun je wissen door op een performance-
pad en tegelijkertijd op de [SHIFT]-knop te drukken.
De Loop Roll-functie gebruiken
Wanneer je op een performance-pad drukt, wordt een loop met het
aantal beats dat aan die pad is toegewezen, ingesteld en de loop wordt
afgespeeld zo lang je de knop ingedrukt houdt.
Tijdens het afspelen van de Loop Roll gaat het normale afspelen met het
oorspronkelijke ritme op de achtergrond door. Wanneer het afspelen
van de Loop Roll wordt geannuleerd, wordt het afspelen hervat vanaf de
positie die op de achtergrond is bereikt, op het punt dat het afspelen van
de Loop Roll werd geannuleerd.
1 Druk op de [ROLL]-standknop.
De [ROLL]-standknop licht op en de Roll-stand wordt ingeschakeld.
2 Druk op de [PARAMETERc]- of de [PARAMETERd]-knop.
De Loop Roll-beats die aan de performance-pads zijn toegewezen,
schakelen steeds over wanneer je op één van de knoppen drukt.
Je kunt de volgende vier instellingen maken:
A 4 beats vanaf 1/32
B 8 beats vanaf 1/16
C 16 beats vanaf 1/8
D 32 beats vanaf 1/4
22
Nl
Hot cue3
Hot cue4
Hot cue3
Hot cue4
Hot cue7
Hot cue8
Hot cue7
Hot cue8
Bijvoorbeeld, met de instelling "8 beats vanaf 1/16", zijn de instellingen
van de pads zoals hieronder wordt getoond.
1/16 beat
1/16 beat
1/8 beat
1/8 beat
1 beat
1 beat
2 beats
2 beats
Het bereik van beats die zijn ingesteld voor de Loop Roll, wordt
weergegeven op het scherm van de computer.
3 Houd één van de performance-pads ingedrukt.
Een Loop Roll met het aantal beats dat is toegewezen aan de pad die
je hebt ingedrukt, wordt afgespeeld. Het afspelen gaat door op de
achtergrond tijdens het afspelen van de Loop Roll.
! Je kunt het aantal beats van de op dat moment spelende Loop
Roll wijzigen door op de [LOOP 1/2X]- of de [LOOP 2X]-knop te
drukken tijdens het afspelen van de Loop Roll.
4 Laat de performance-pad los.
Het afspelen van de Loop Roll wordt geannuleerd en het afspelen wordt
hervat vanaf de positie die op de achtergrond is bereikt.
De Slicer-functie gebruiken
Het opgegeven bereik wordt in acht gelijke delen verdeeld en deze acht
delen worden aan de verschillende performance-pads toegewezen.
Wanneer je op één van de performance-pads drukt, wordt het geluid van
het deel dat aan die pad is toegewezen, in een loop afgespeeld.
Tijdens het in een loop afspelen van het geluid van de pad, gaat het
normale afspelen met het oorspronkelijke ritme op de achtergrond door.
Wanneer je de pad loslaat en het afspelen van de loop eindigt, wordt het
afspelen hervat vanaf de positie die op dat punt is bereikt.
! De Slicer-functie kan niet worden gebruikt bij tracks waarvoor
geen beatgrid is ingesteld. Zie voor nadere bijzonderheden over het
instellen van beatgrids de Serato DJ softwarehandleiding.
— Je kunt beatgrids ook instellen met de [GRID ADJUST]- en de
[GRID SLIDE]-knop van deze unit. (pag. 13)
1 Druk op de [SLICER]-standknop.
De [SLICER]-standknop licht op en Slicer-stand 1 wordt ingeschakeld.
2 Selecteer de Slicer-stand met een druk op de
[SLICER]-standknop.
De stand wisselt steeds tussen Slicer-stand 1 en Slicer-stand 2 wanneer
je op de knop drukt.
= Slicer-stand 1 en Slicer-stand 2 (pag. 23)
3 Druk op de [PARAMETERc]- of de [PARAMETERd]-
knop terwijl je op de [SHIFT]-knop drukt.
Stel het domein in voor de Slicer-functie. De waarde die is ingesteld
voor het domein wisselt steeds wanneer je op één van de knoppen drukt
terwijl je op de [SHIFT]-knop drukt.
Je kunt het domein instellen op één van de zes instellingen: 2 beats,
4 beats, 8 beats, 16 beats, 32 beats of 64 beats.
1/4 beat
1/4 beat
1/2 beat
1/2 beat
3 beats
4 beats
4 beats
8 beats