Installatievoorschrift Fyn 600
15 Uitmondingspositie
Let op!
Deze regels gelden alleen voor de goede werking van het toestel, voor ventilatie en hinder voor
omgeving moet u voldoen aan de geldende regels zoals omschreven in het bouwbesluit.
Locatie
D
E
F
G
H
J
K
L
M
Twee dakuitmondingen boven elkaar op een schuin dak
N
19 <
<
<
<
Positie uitmonding
Onder een goot
Onder een dakrand
Onder een carport of balkon
Verticale regenpijp
Binnen en buitenhoeken
Van muuroppervlak naar een geveluitmonding
Twee geveluitmondingen tegen over elkaar
Hart afstand tussen twee dakuitmondingen
Twee geveluitmondingen naast elkaar
Korte dakdoorvoer.
Alleen voor bestaande
schoorsteenaansluiting
Bovendaks verlengpijp
Afstand mm
1000
1000
1000
1000
500
500
500
300
500
450