8 Configuratie
#
Code
Nvt
[4-03]
<< vervolg
De boosterverwarming zal mogen
werken wanneer T
van [5-02] afhangt.
Als bivalente werking is geactiveerd is en
het toestemmingssignaal voor de extra
ketel AAN is, zal de werking van de
boosterverwarming beperkt worden, zelfs
wanneer T
▪ 3 (standaard): De boosterverwarming
mag werken wanneer de warmtepomp
NIET warm tapwater aan het bereiden
is.
Idem
gelijktijdige
boosterverwarming
warmtepomp om warm tapwater te
bereiden is niet toegestaan.
Wanneer instelling [4-03]=1/2/3 kan de
werking van de boosterverwarming nog
steeds beperkt worden door het
programma van de toelating voor
boosterverwarming.
Nvt
[7-00]
Temperatuuroverregeling. Het
temperatuurverschil boven het instelpunt
van de temperatuur van het warm
tapwater vooraleer de
boosterverwarming UITgezet wordt. De
temperatuur van de warmtapwatertank
zal toenemen met [7-00] boven het
geselecteerde instelpunt van de
temperatuur.
Gebied: 0°C~4°C (standaard: 0°C)
Nvt
[7-01]
Hysteresis. Het temperatuurverschil
tussen de AAN-temperatuur en de UIT-
temperatuur van de boosterverwarming.
De minimumhysteresistemperatuur
bedraagt 2°C.
Gebied: 2°C~40°C (standaard: 2°C)
Nvt
[6-00]
Het temperatuurverschil dat de AAN-
temperatuur van de warmtepomp
bepaalt.
Gebied: 2°C~20°C (standaard: 2°C)
Nvt
[6-01]
Het temperatuurverschil dat de UIT-
temperatuur van de warmtepomp
bepaalt.
Gebied: 0°C~10°C (standaard: 2°C)
T
DHW
[7-00]
T
73
BH OFF
T
71
BH ON
T
70
U
60
T
50
HP MAX
[6-01]
T
48
HP OFF
[6-00]
T
41
HP ON
40
30
20
HP
10
5
BH
Boosterverwarming
Uitgebreide handleiding voor de installateur
66
Beschrijving
<[5-03] van de status
a
<[5-03]. Zie [C-02].
a
als
instelling 1,
maar
de
werking
van
de
en
van
de
[7-01]
T
= 70°C
U
[7-00] =
3°C
BH
HP
[6-01] =
2°C
[6-00] =
7°C
t
HP
Warmtepomp. Als de verwarming met de warmtepomp te
lang duurt, kan de boosterverwarming extra bijverwarmen
T
UIT-temperatuur boosterverwarming (T
BH OFF
T
AAN-temperatuur boosterverwarming (T
BH ON
T
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank
HP MAX
voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruik
T
UIT-temperatuur warmtepomp (T
HP OFF
T
AAN-temperatuur warmtepomp (T
HP ON
T
Warmtapwatertemperatuur
DHW
T
Temperatuur van gebruikersinstelpunt (ingesteld op de
U
gebruikersinterface)
t
Tijd
Timers voor gelijktijdig verzoek voor ruimteverwarming en
bereiden van warm tapwater
#
Code
Nvt
[8-00]
Niet wijzigen. (standaard: 1)
Nvt
[8-01]
Maximale bedrijfstijd voor het bereiden
van warm tapwater. Het verwarmen van
warm tapwater stopt, zelfs als de
eindtemperatuur van het warm tapwater
NIET werd bereikt. De werkelijke
maximale bedrijfstijd hangt ook af van
instelling [8-04].
▪ Als
Kamerthermostaatregeling: Er wordt
alleen
voorgeprogrammeerde
rekening gehouden als er een verzoek
voor ruimteverwarming of -koeling is.
Als
ruimteverwarming/-koeling wordt de
tank
instelpunt bereikt wordt.
▪ Als
Kamerthermostaatregeling: Er wordt
steeds rekening gehouden met deze
voorgeprogrammeerde waarde.
Gebied: 5~95 minuten (standaard: 30)
Nvt
[8-02]
Antipendeltijd.
Minimumtijd tussen twee cycli voor warm
tapwater. De werkelijke antipendeltijd
hangt ook af van instelling [8-04].
Gebied: 0~10 uren (standaard: 3) (stap:
1/2 uur) (alleen voor EHBH/X).
Gebied: 0~10 uren (standaard: 0,5)
(stap: 1/2 uur) (alleen voor EHVH/X).
Opmerking: De minimum tijd is 1/2 uur
zelfs als de geselecteerde waarde 0 is.
+[7-00])
U
−[7-01])
BH OFF
−[6-01])
HP MAX
−[6-00])
HP OFF
Beschrijving
systeemlay-out
met
deze
waarde
er
GEEN
verzoek
is
voor
verwarmd
tot
wanneer
systeemlay-out
ERLQ004~008CA + EHBH/X04+08CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384972-1 – 2015.01
=
het
≠