4.) Houd de MODE-knop ingedrukt om de capaciteit van de eerste
brandstoftank op te slaan. Op de meter wordt SETTING SAVED! (instel-
ling opgeslagen) weergegeven en u hoort een piep.
5.) Selecteer de gegevensbron voor de brandstoftank met de knoppen
OMHOOG of OMLAAG. De beschikbare opties zijn:
•
NMEA 2000
•
US 240Ω – 33Ω
•
EU 10Ω – 180Ω
•
ENGINE
Opmerking: Selecteer ENGINE (motor) als er geen brandstofpeilzender
is geïnstalleerd. Zo kunnen de gegevens over de brandstoftoevoer worden
weergegeven.
6.) Houd de MODE-knop ingedrukt om de gegevensbron op te slaan. Op
het LCD-scherm wordt SETTING SAVED! (instelling opgeslagen) weer-
gegeven en u hoort een piep.
7.) Herhaal Stap 3 tot en met 6 voor elke extra brandstoftank.
Als alle brandstoftanks zijn ingesteld, is de initialisatie van de toerenteller
voltooid. Op het LCD-scherm wordt BASIC INITIALIZATION COMPLETE!
(basisinitialisatie voltooid) weergegeven.
12