• De meegeleverde voedingskabel kan ook worden aangesloten op een geschikte
stroomonderbreker of switch op het distributiepaneel van het schip, of een standaard
voedingsdistributiepunt.
• Het distributiepunt dient te worden gevoed vanaf de primaire voedingsbron van het schip met een
8 AWG (8,36 mm
) kabel.
2
• In het ideale geval dient alle apparatuur te worden verbonden via afzonderlijke thermische
stroomonderbrekers of zekeringen met de juiste waarde en de passende stroomkringbeveiliging.
Wanneer dit niet mogelijk is en een stroomonderbreker wordt gedeeld door meerdere apparaten,
gebruikt u afzonderlijke inline-zekeringen voor iedere stroomkring om te zorgen voor de
benodigde beveiliging.
1
2
3
4
• U dient altijd de aanbevolen waarden voor stroomonderbrekers/zekeringen in de
productdocumentatie in acht te nemen.
Belangrijk:
Houdt u er rekening mee dat de juiste waarde voor de thermische stroomonderbreker afhankelijk
is van het aantal apparaten dat u aansluit.
Verlengen voedingskabel
Als u de voedingskabel voor uw product wilt verlengen, dient u de volgende adviezen in acht te
nemen:
• De voedingskabel voor iedere unit in uw systeem dient te worden gelegd als afzonderlijke
2-draads kabel uit één stuk vanaf de unit naar de accu of het distributiepaneel van het schip.
• Voor het verlengen van voedingskabels wordt geadviseerd een minimale draaddikte aan te
houden van 16 AWG (1,31 mm
Verbindingen
Positieve (+) strook
Negatieve (-) strook
Stroomonderbreker
Zekering
2
). Voor kabels die een afstand van meer dan 15 meter moeten
33