P-27
Middelpunt frequentiesprong
Minimaal
P-02
Stel eerst P-09 in voordat deze parameter wordt gewijzigd. De frequentie hysterese zal ervoor zorgen dat de regelaar de uitsturing
zodanig aanpast dat de regelaar altijd boven of onder de frequentie hysterese gaat draaien. De actuele uitsturing wordt pas
aangepast wanneer het setpoint de andere kant van de hysterese bereikt. De regelaar gaat met de normale acc. (P-03) en dec. (P-04)
tijden door de frequentieband heen..
P-28
Aanpassing spanning U/Hz curve
Minimaal
P-29
Aanpassen frequentie U/Hz curve
Minimaal
0.0
Samen met parameter P-28 kan de U/Hz curve aangepast worden. Zie hoofdstuk 7.3 voor een uitgebreide uitleg.
P-30
Herstart functie bij aansturing via de klemmen
Minimaal
: wanneer er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 is gemaakt (start commando) zal de regelaar niet
starten. Het start commando zal eerst weg moeten worden genomen om opnieuw een start commando te kunnen geven.
: De regelaar start altijd. Ook als er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 gemaakt is.
tot
Wanneer de fout weg is zal de regelaar herstarten. Om de herstart teller te resetten moet de regelaar; spanningsloos worden
gemaakt of moet er op de resetknop van de regelaar worden gedrukt of moet de regelaar een nieuw start commando krijgen.
P-31
Onthoudfunctie snelheid bij aansturing via het bedienpaneel
Minimaal
Deze parameter is alleen actief in bedienpaneel mode (P-12 = 1 or 2). Wanneer P-31 op 0 of 2 wordt ingesteld zal de regelaar altijd
starten met de minimale snelheid. Wanneer P-31 op 1 of 3 wordt ingesteld zal de regelaar met de vorige snelheid starten waarmee de
regelaar draaide op het moment dat het startcommando werd weggenomen.
Wanneer P-31 op 2 of 3 wordt ingesteld bepaald de status van digitale ingang 1 het start/stop commando. De start/stop knoppen
worden hierdoor uitgeschakeld.
0 : Minimale snelheid (P-02), start/stop via het bedienpaneel
1 : Vorige snelheid (onthoudfunctie), start/stop via het bedienpaneel
2 : Minimale snelheid (P-02), start/stop via de klemmen
3 : Vorige snelheid (onthoudfunctie), start/stop via de klemmen
P-32
Gelijkstroomremmen bij stop
Minimaal
0.0
Bij een waarde > 0 wordt het gelijkstroomremmen bij stop geactiveerd. Het gelijkstroomremmen wordt actief na een stop commando
bij de snelheid = 0. De kracht van het gelijkstroomremmen is afhankelijk van de instelling van parameter P-11.
P-33
Vangfunctie (Alleen bij B2 & B3) Gelijkstroomremmen bij start (B1)
Minimaal
Spin start – alleen bij bouwgrootte 2 and 3
0 : niet actief.
1 : actief. Deze functie moet worden geactiveerd wanneer de motor vrij uitloopt (P-05 =1). Bij een start commando wordt de actuele
motorsnelheid gemeten en zal de regelaar vervolgens deze snelheid gaan uitsturen. Dit voorkomt overstroom fouten.
Gelijkstroomremmen bij start – alleen bij bouwgrootte 1
Bij bouwgrootte 1 is er geen vangfunctie maar daarvoor in de plaats is er wel gelijkstroomremmen bij start. Dit wordt door deze
parameter geactiveerd. De tijd van het gelijkstroomremmen wordt ingesteld in parameter P-32 en het niveau wordt ingesteld in
parameter P-11.
P-34
Interne remchopper activering (niet mogelijk bij bouwgrootte 1)
Minimaal
0 : Niet actief.
1 : Actief met softwarematige beveiliging. Softwarematige beveiliging voor de standaard Invertek 200W weerstanden.
2 : Actief zonder softwarematige beveiliging.
P-35
Scalering analoge ingang
Minimaal
0.0
Analoge ingang scalering, resolutie = 0.1%. Voorbeeld : P-16 staat ingesteld op een 0 - 10V signaal en de scalering staat ingesteld op
200%. Bij een 5 V ingangsspanning zal de regelaar de maximale frequentie uitsturen(P-01).
P-36
Configuratie seriële communicatie
Deze parameter heeft 3 sub-instellingen en wordt gebruikt om de Modbus RTU seriële communicatie in te stellen.
Slave adres : Op-BuS, Adr 0 to Adr 63. Adr : Uniek regelaar adres voor het communicatie netwerk.
Baud Rate : 9.6kbps t/m 115.2kbps. Bij OP-buS selectie is MODBUS uitgeschakeld. Communicatie met de Optistick, PDA en Optiport
E2 is nu mogelijk. Wanneer er een baudrate wordt ingesteld voor Modbus wordt automatisch de OP-buS uitgeschakeld.
Watchdog Time-out : 0, 300, 3000ms. De communicatie time-out kan worden ingesteld in milliseconden. Wanneer hier een waarde
"0" wordt ingesteld zal de time-out worden uitgeschakeld. "t" geeft aan dat de regelaar een time-out fout geeft nadat de tijd is
overschreden. "r" geeft aan dat de regelaar stopt nadat de tijd is overschreden
P-37
Toegangscode definitie
Minimaal
Met behulp van deze parameter stel je de code in die via parameter P-14 toegang geeft tot de uitgebreide parameters.
P-38
Parameter beveiliging
Minimaal
0 : Niet beveiligd. Alle parameters kunnen worden gewijzigd en worden automatisch opgeslagen bij het uitschakeling van de regelaar.
1 : Beveiligd. Parameters zijn beveiligd en kunnen niet worden gewijzigd.
Maximaal
P-01
0
Maximaal
250 / 500
Maximaal
P-09
-
Maximaal
: De regelaar zal 1 tot 5 maal proberen om automatisch te herstarten na een fout (25s tussen de pogingen).
0
Maximaal
Maximaal
25.0
-
Maximaal
0
Maximaal
Maximaal
500.0
0
Maximaal
9999
0
Maximaal
Eenheid
Hz / Rpm
Eenheid
Eenheid
Hz
-
Eenheid
3
Eenheid
Eenheid
Seconds
-
Eenheid
2
Eenheid
Eenheid
Eenheid
1
Eenheid
Fabrieksinstelling
V
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
%
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
-
Fabrieksinstelling
0.0
0
0.0
1
0.0
0
0
100.0
101
0