Bedieningsmogelijkheden
4.
Plaats het display in de juiste positie op de koptransmitter. De instellingen worden door
de koptransmitter binnen één seconde overgenomen.
5.
Schroef het deksel terug op de aansluitkop of de veldbehuizing.
Schrijfbeveiliging in-/uitschakelen
De schrijfbeveiliging wordt via een DIP-schakelaar op de achterkant van het optionele display
in- en uitgeschakeld. Wanneer de schrijfbeveiliging actief is, kunnen parameters niet worden
veranderd. Een sleutelsymbool op het display geeft aan dat de schrijfbeveiliging is
ingeschakeld. Schrijfbeveiliging voorkomt de schrijftoegang tot de parameters. De
schrijfbeveiliging blijft actief zelfs wanneer het display is verwijderd. Om de schrijfbeveiliging
uit te schakelen moet het instrument worden herstart met het display gemonteerd en de DIP-
schakelaar gedeactiveerd (WRITE LOCK = OFF).
Verdraaien van het display
Het display kan 180° worden gedraaid met de "DISPL. 180°" DIP-schakelaar. De instelling blijft
behouden wanneer het display wordt verwijderd.
6.2
Configuratie van de transmitter en HART
De transmitter en het meetwaardedisplay worden geconfigureerd via het HART
de CDI (= Endress+Hauser Common Data Interface). De volgende bedieningstools staan
daarvoor ter beschikking:
Bedieningstools
FieldCare, Field Xpert
(Endress+Hauser)
AMS Device Manager
(Emerson Process Management)
LET OP
Voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving: maak voordat toegang wordt verkregen
tot het instrument met de Commubox FXA291 via de CDI (= Endress+Hauser Common
Data Interface), de transmitter los van de voedingsspanning, klemmen (1+) en (2-).
‣
Wanneer deze instructie niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen van de elektronica
beschadigd raken.
De configuratie van de instrumentspecifieke parameters wordt in detail beschreven in de
bijbehorende bedieningshandleiding.
24
SIMATIC PDM
(Siemens)
Field Communicator 375, 475
(Emerson Process Management)
iTEMP TMT82
®
-protocol
®
-protocol of
Endress+Hauser