8 CONFIGURATIEMENU
De instellingen van de ice-draadaanvoeras moeten identiek zijn aan de draadaanvoeras.
•
De motor kan vanuit het uitklapmenu met de volgende opties worden geselecteerd:
•
REDUCTIE 1 moet worden ingesteld op AAN. Deze waarde mag niet zijn ingesteld op
UIT.
•
REDUCTIE 2 moet normaal gesproken worden ingesteld op AAN, maar het is mogelijk
UIT te selecteren.
•
De waarden N1 en N2 onder Gear 1 en 2 worden met behulp van een van de drie
instelknoppen aan de onderkant van het paneel ingesteld. De interval voor N1 en N2 is
afhankelijk van de geselecteerde motor.
•
De diameter van de aanvoerrollen (FEED ROLLER DIAM) kan met iedere willekeurige
instelknop worden geselecteerd. De interval is afhankelijk van de geselecteerde motor.
•
De pulsenencoder (ENCODER-PULSES) kan met iedere willekeurige instelknop worden
geselecteerd. De interval ligt tussen 1 - 9998 ppr (ppr = pulsen per omwenteling).
•
LAGE HAND. SNELH. kan met iedere instelknop worden geselecteerd. De interval is 1 -
1000 cm/min.
•
HOGE HAND. SNELH. kan met iedere instelknop worden geselecteerd. De interval is 1 -
5000 cm/min.
0460 949 277
- 53 -
© ESAB AB 2015