Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
Afb. 13
13
WAARSCHUWING
Voorkom dat de cliënt valt door hem of haar
correct in het hulpmiddel te plaatsen en door de
veiligheidsband goed te bevestigen en goed aan
te spannen.
WAARSCHUWING
Voorkom dat de cliënt tijdens verplaatsingen
van het hulpmiddel valt door de beugels naar
beneden geklapt te houden.
Zorg dat de cliënt rechtop in het midden van de stoel zit met
zijn of haar:
•
billen tegen de achterkant van de zitting,
•
rug tegen de rugleuning en
•
handen op de handsteun (zie Afb. 10 en 11)
14 Voor het losmaken van de veiligheidsband, ontgrendelt u de
borgplaat en haalt u de riem van de band los. (zie Afb. 12
en 13)
OPMERKING
Wanneer de veiligheidsband niet in gebruik is, moet
u het haakuiteinde van de veiligheidsband rond de
bovenkant van de voorste beugel plaatsen.
Zorg dat de veiligheidsband de vloer niet raakt.
17