Deltapilot S 4...20 mA HART
4.3
Algemene montage-instructies
• Instrumenten met een G 1 1/2 schroefdraad:
Wanneer het instrument in de tank wordt geschroefd, moet de vlakke afdichting op het
afdichtoppervlak van de procesaansluiting worden geplaatst. Om extra spanning op het
procesmembraan te voorkomen, mag het schroefdraad nooit worden afgedicht met hennep
of dergelijke materialen.
• Instrumenten met NPT-schroefdraad:
– Wikkel teflon-tape om het schroefdraad als afdichting.
– Zet het instrument alleen via de zeskant. Draai niet aan de behuizing.
– Zet het schroefdraad niet te vast. Maximaal aandraaimoment: 20 tot 30 Nm
(14,75 tot 22,13 lbf ft)
4.4
Montage-instructies
• Door de inbouwpositie van de Deltapilot S, kan een verschuiving van de meetwaarde
optreden, bijv. het display geeft geen nul aan wanneer de tank leeg is. U kunt deze
nulpuntsverschuiving direct op het instrument corrigeren met de -toets of via de
afstandsbediening. → ä 27, "Functie van de bedieningselementen – lokaal display niet
aangesloten" of → ä 36, "Positie-instelling"..
• Teneinde de optimale afleesbaarheid van het lokale display te waarborgen, kan deze worden
verdraaid tot 380°. → ä 17, hoofdstuk 4.4.5 "Verdraaien van de behuizing".
• Het lokaal display kan in stappen van 90° worden gedraaid.
• Endress+Hauser levert een montagebeugel voor montage op pijpen of wanden. → ä 16,
hoofdstuk 4.4.3 "Wand- en pijpmontage (optie)".
4.4.1 Montage-instructies
LET OP
Schade aan het instrument!
Wanneer een verwarmde Deltapilot S wordt afgekoeld tijdens het reinigingsproces (bijv. door
koud water), ontstaat gedurende korte tijd een vacuüm waardoor vocht de sensor kan
binnendringen via de drukcompensatie (1).
‣
Wanneer dit het geval is, moet de sensor worden gemonteerd met de drukcompensatie (1)
naar beneden wijzend.
Endress+Hauser
1
1
1
S
A L
N
M I
R
T E
D
E L
F I
Installatie
13