3.2. Zonneverwarming van een voorraadvat
met bijverwarming
WERKING
–
De uitgang OUT1 wordt ingeschakeld
indien t° S1 ≥ t° S2 + ∆T12.
–
De uitgang OUT1 wordt uitgeschakeld
indien t° S1 < t° S2 + ∆T12 – HY12.
–
De uitgang OUT1 wordt uitgeschakeld indien t° S3 ≥ TM3 en indien er geen alarm TS1 is.
–
De uitgangen OUT2 en OUT3 worden ingeschakeld indien t° S3 < TAH.
–
De uitgangen OUT2 en OUT3 worden uitgeschakeld indien t° S3 > TAH + HYT.
–
De alarm-uitgang wordt ingeschakeld bij overschrijding van de temperaturen TS1, TS2 of TS3.
ACTIEVE PARAMETERS
TS1, TS2, TS3 veiligheidstemperatuur van elke voeler
∆T12
differentieeltemperatuur tussen S1 en S2
TM3
maximale temperatuur S3
TAH
temperatuurinstelwaarde aan voeler S3
HY12
hysteresis van differentieel ∆T12
HYT
hysteresis van TM3 en TAH
HYTS
hysteresis van TS1, TS2 en TS3
3.3. Zonneverwarming van een zwembad
zonder bijverwarming
WERKING
–
Uitgang OUT1 wordt ingeschakeld
indien t° S1 ≥ t° S2 + ∆T12.
–
Uitgang OUT1 wordt uitgeschakeld
indien t° S1 < t° S2 + ∆T12 – HY12.
–
Uitgang OUT1 wordt uitgeschakeld indien t° S3 ≥ TM3 en er geen alarm TS1 is.
–
De alarm-uitgang wordt ingeschakeld indien de temperaturen TS1, TS2 of TS3 overschreden worden.
ACTIEVE PARAMETERS
TS1, TS2, TS3 veiligheidstemperatuur van elke voeler
∆T12
differentieeltemperatuur tussen S1 en S2
TM3
maximale temperatuur S3
HY12
hysteresis van differentieel ∆T12
HYT
hysteresis van TM3
HYTS
hysteresis van TS1, TS2 en TS3
ACTIEVE VOELERS
S1
collectorvoeler
S2
onderste voeler voorraadvat
S3
bovenste voeler voorraadvat
ACTIEVE UITGANGEN
OUT1 sturing van zonnepomp 230 V AC
OUT2 sturing van de bijverwarmingspomp (230 V AC)
indien de temperatuur S3 onder de instel waarde
ligt
OUT3 sturing van de bijverwarming (230 V AC) indien
de temperatuur S3 onder de instelwaarde ligt
ACTIEVE VOELERS
S1
collectorvoeler
S2
onderste voeler voorraadvat
S3
bovenste voeler voorraadvat
ACTIEVE UITGANG
OUT1 sturing van zonnepomp 230 V AC
NL
5