5.3. Keuze van hydraulische opstelling
Kies het sub-menu
Druk op
voor toegang tot de 19 hydraulische opstellingen.
Verander van opstelling door het indrukken van
Na het kiezen van de correcte opstelling, op
5.4. Keuze van instelwaarden
Zodra de hydraulische opstelling gekozen is, kunnen deze waarden geparametreerd worden door het
indrukken van . Het display vermeldt
Druk op
voor toegang tot de instelwaarden. Ga van de ene naar de andere instelwaarde met de
toetsen
of .
Om de instelwaarde te wijzigen, eerst op
TS1, TS2, TS3, TS4
∆T12, ∆T14, ∆T34, ∆T43, ∆T42, ∆T13
HY12, HY14, HY34, HY43, HY42, HY13
HYTS
HYT
OS1, OS2, OS3, OS4
TM2, TM3, TM4
TAH
TABC
5.5. Parametreren van vorstbeveiliging
In het parametermenu, op
Ga naar het sub-menu «vorstbeveiliging» met
Ga van de ene naar de andere parameter met
wijzig met de toets
TAF
vorstbeveiliging
PON
inschakelvertraging van de zonnepomp
POFF
uitschakelvertraging van de zonnepomp
TMR
testduur van vorstbeveiliging
5.6. Activeren of deactiveren van de zoemer
In het parametermenu, op
Ga naar het sub-menu met
Het activeren van de zoemer wordt aangeduid met
De statuswijziging wordt uitgevoerd d.m.v.
SCH P1
in het installatie-menu.
DATA P2
SUB-MENU VAN DE INSTELWAARDEN
veiligheidstemperaturen
differentieeltemperaturen
hysteresis van differentieel
hysteresis van de veiligheidstemperaturen
hysteresis van de thermostatische functies
offset (ijking van de gemeten temperaturen)
maximale temperaturen voor de voelers S2, S3 en S4
temperatuurinstelwaarde voor bijverwarming
temperatuurinstelwaarde voor ABC-modus
of
drukken tot het display weergeeft
of
en bevestig met
SUB-MENU VORSTBEVEILIGING
of
drukken tot
of .
drukken.
.
drukken; wijzig met de toets
.
of . Om de parameters te wijzigen, eerst op
.
BEEP P4
verschijnt op het display.
BEEP 1
, het deactiveren van de zoemer met
of . Bevestig met
NL
of
en bevestig met
O AF P3
.
.
.
drukken;
BEEP 0
.
19