PUNT: Het drempelpunt wordt ingesteld.
75,0% tot 105,0%
HELLING : De helling wordt ingesteld.
‒5 (zacht) tot +5 (steil)
[DREMPEL] wordt uitgeschakeld wanneer u instelt op +5.
KLEURMODUS:
Stelt het kleurentype en -niveau in.
Wanneer [HLG], [HLG1], [HLG2] of [HLG3] wordt geselecteerd in [GAMMA], kunnen alleen [BT.2020] en [709] worden
geselecteerd voor [KLEURMODUS].
Wanneer [BT.2020] wordt geselecteerd, wordt de kleurenbalk niet correct uitgevoerd.
STANDAARD : Geschikte kleurtoon wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [STANDAARD].
STILL : Geschikte kleurtoon wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [STILL].
CINEMA: Kleurtoon gelijkaardig aan filmcamerabeeld [GAMMA] ingesteld op [CINE1].
PRO: Natuurlijke kleurtoon wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [ITU709].
ITU709 MATRIX: Kleurtoon die trouw is aan de ITU-709-standaard.
Z-W: De verzadiging wordt ingesteld op 0 en er wordt opgenomen in zwart-wit.
S-GAMUT/3200K , S-GAMUT/4300K , S-GAMUT/5500K : Instelling die bewerking in post-productie na opname
vooronderstelt wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [S-LOG2].
S-GAMUT3.CINE/3200K, S-GAMUT3.CINE/4300K, S-GAMUT3.CINE/5500K: Instelling die bewerking in post-
productie na opname vooronderstelt wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [S-LOG3]. Ondersteunt opname in een
kleurenbereik voor eenvoudige aanpassing aan het kleurenbereik van digitale cinema.
S-GAMUT3/3200K, S-GAMUT3/4300K, S-GAMUT3/5500K: Instelling die bewerking in post-productie na opname
vooronderstelt wanneer [GAMMA] wordt ingesteld op [S-LOG3]. Ondersteunt opname met een breed kleurenbereik.
BT.2020:Standaard kleurtoon wanneer [HLG], [HLG1], [HLG2] of [HLG3] wordt geselecteerd voor [GAMMA].
709: Kleurtoon wanneer [HLG], [HLG1], [HLG2] of [HLG3] wordt geselecteerd voor [GAMMA], en opname van films
met de kleur van een HD-TV-systeem (BT.709).
VERZADIGING:
Stelt het kleurniveau in.
‒32 (licht) tot +32 (donker)
KLEURFASE:
Stelt de kleurfase in.
‒7 (groenachtig) tot +7 (roodachtig)
KLEURDIEPTE :
Stelt de kleurdiepte voor elke kleurfase in.
Deze functie is doeltreffender voor chromatische kleuren en niet doeltreffend voor achromatische kleuren.
De kleur wordt dieper naarmate u de instelwaarde naar de positieve kant opschuift, en lichter naarmate u de waarde
naar de negatieve kant opschuift.
Deze functie is zelfs doeltreffende als u [VERZADIGING] instelt op [-32] (zwart-wit).
R: ‒7 (lichtrood) tot +7 (dieprood)
G: ‒7 (lichtgroen) tot +7 (diepgroen)
B: ‒7 (lichtblauw) tot +7 (diepblauw)
C: ‒7 (licht cyaan) tot +7 (diep cyaan)
M: ‒7 (licht magenta) tot +7 (diep magenta)
Y: ‒7 (lichtgeel) tot +7 (diepgeel)
KLEURCORRECTIE:
Stelt de kleurcorrectie in.
86