Montage en installatie
DE
6.2.2 Aderaansluiting
EN
▶
Passende ader kiezen.
▶
Let op de voorgeschreven diameters van de aders.
FR
▶
Aderisolatie tot aan de klem invoeren.
IT
▶
Bij het strippen de ader niet beschadigen (bijv. door inkerving).
ES
▶
In geval van een maximale uitrusting met klemmen en stroomvoerende geleiders en
maximale stroombelasting: zorg ervoor dat de lengte van een geleider van de koppeling
RU
tot de klempositie de lengte van de behuizingsdiagonaal niet overschrijdt.
NL
6.2.3 Randaarde-aansluiting
DK
Bij het aansluiten van een aardedraad het volgende aanhouden:
SE
▶
Altijd de aardedraad aansluiten.
▶
FI
Alle blanke, niet spanningsvoerende metalen delen in het aardleidingsysteem opnemen.
▶
N-leidingen als spanningsvoerend installeren.
PT
GR
Aarddraadklem
PL
CZ
SK
HU
SL
RO
BG
Aansluitdoorsnede:
LV
Aanhaalmoment:
LT
Striplengte:
EE
CH
KR
CN
10
Bediening- en signaalapparaten
Reeks ConSig 8040
2
0,32 ... 2,5 mm
/ 22 ... 14 AWG
0,5 ... 1 Nm
10 ...10,5 mm
24096E00
204124 / 8040616300
2023-06-22·BA00·III·nl·06