3. Moer 4 opendraaien.
4. Aanaardwerktuig naar buiten trekken, tot de
spanpen 2 niet meer in de boring valt.
5. Aanaardwerktuig 90 graden naar achteren
draaien.
6. Moer zover aandraaien, dat het aanaardwerktuig
tegen de arm van het RapidoClip-ganzenvoetmes
aanligt en door de beide spanpennen 2 en 3
in horizontale positie wordt gehouden.
Om de werkdiepte van het in actieve stand
7.
gebrachte aanaardwerktuig in te stellen:
Stappen 8 en 9 volgen.
8. Aanaardwerktuig 1 aan de arm 3 van het
Rapido-Clip ganzenvoetmes 4 tot de gewenste
positie naar beneden schuiven.
9. Moer 2 vastdraaien.
Om de werkdiepte van een geactiveerd
10.
aanaardwerktuig te veranderen,
Stappen 11 tot 13 volgen.
11. Moer losmaken.
12. Aanaardwerktuig tot de gewenste positie naar
boven of beneden schuiven.
13. Moer vastdraaien.
14. Op dezelfde manier alle aanaardwerktuigen
activeren en op de werkdiepte instellen.
6.4.12.4.2 Aanaardwerktuigen deactiveren
Als de aanaardwerktuigen bij het schoffelen
niet moeten worden ingezet, moeten de
aanaardwerktuigen uit de actieve stand in de
passieve stand worden ingesteld.
MG7104-NL-II | E.1 | 15.09.2023 | © SCHMOTZER
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
2
1
3
2
1
4
3
CMS-I-00008737
4
CMS-I-00008682
CMS-T-00013994-A.1
89