6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
1. Machine met de 3-puntslift op het veld neerlaten.
2. Moeren 1 van de slotbouten aan de eerste
tastereenheid 3 losdraaien.
3. Tastereenheid met slotbouten in de houder
2 naar links of rechts verschuiven tot de
breedteschaal 4 op de binnenste slotbout 5
de rijbreedte van de gewasrijen aangeeft.
4. Moeren van de slotbouten aantrekken.
5. Op dezelfde wijze de tweede tastereenheid op
dezelfde rijbreedte instellen.
Als de tastarmen aan het met hun uiteinden niet
6.
lichtjes overlappen:
instelling van de horizontale positie aan beide
tasteenheden herhalen tot de tastarmen bij
dezelfde schaalwaarden voor de rijbreedte elkaar
iets overlappen.
6.4.16.3 Aanspreekgedrag van de rijentaster instellen
Als het verschuifframe door de rijentaster wordt
gestuurd, dan worden de verschuifbewegingen niet
door het camerasysteem geleid, maar door impulsen
geactiveerd, die van de inductieve sensoren 3 in
de beide tastereenheden worden afgegeven. Deze
impulsen worden gegenereerd als de tastarmen
1 door contact met de planten naar de
parallellogrammen en uit de plantenrij worden
gedrukt.
Door de daaruit resulterende draaibeweging wordt in
elke tastereenheid de contactkam 2 naar de sensor
bewogen. Zodra de contactkamp en de sensor elkaar
volledig dekken, zendt de sensor schakelsignalen.
Het aanspreekgedrag van de tastereenheden kan
via de positie van de contactkam en de spanning
van de trekveer 5 worden ingesteld. Hoe verder
de contactkam van de sensor is verwijderd, des te
groter moet de uitwijking van de tastarm zijn, voordat
de sensor een impuls uitstuurt. Hoe krachtiger de
trekveer op de tastarm inwerkt, des te groter moet
de kracht zijn die de tastarm doet uitzwaaien. Hoe
kleiner de afstand van de contactkam tot de sensor
en de kracht van de veer is, des te eerder en sneller
96
4
3
2
1
1
MG7104-NL-II | E.1 | 15.09.2023 | © SCHMOTZER
1 1
2
3
4
5
CMS-I-00005831
CMS-T-00008565-C.1
5
CMS-I-00005832