Montage
Rangschikking van de modules op de DIN-rail
De module-rangschikking op de DIN-rail moet absoluut in acht worden genomen. Deze is in het
bijgevoegde elektrische bedradingsschema gedefinieerd.
Modules op de DIN-rail in onderstaande volgorde direct naast elkaar positioneren (van links naar
rechts):
Basis-controller
In- en uitgangsmodules
Hulpmodules (indien aanwezig)
Busklemmen voor communicatie met GEZE CAN-bus
Koppelaar (indien aanwezig voor KNX-aansluiting)
Busklemmen voor communicatie met KNX (indien aanwezig voor KNX-aansluiting)
Eindklem (indien geen interne koppelaars + KNX-modules aanwezig)
Wijziging van de module-configuratie/systeemtoestand
Bij wijzigingen aan de moduleconfiguratie (aantal, type en volgorde van de modules) moet dit in de software-
configuratie aangepast worden.
Als de hardware-configuratie niet met de software-configuratie overeenstemt, dan gaat het systeem na start en
opstartfase niet in de Runtime-modus. Het systeem blijft dan afhankelijk van de verkeerde configuratie in de
modus Configuratie (blauwe status-LED) of Fout (rode status-LED).
Een correcte systeemtoestand in de Run-modus is aan de groene status-LED te herkennen.
Modules uitsluitend in de spanningsloze toestand verbinden of loskoppelen.
Netspanning van tevoren uitschakelen.
myGEZE Control
11