Idle
Preflow Strike
Start Upslope
On
Shielding
Gas
Off
Start T.
Weld
Power
Start
Source
1.5s max
Crater
Output
Off
Weld
Start
Crater
WFS
Run-in
Off
FUNCTIES SET-UP MENU
Het Setup-menu geeft toegang tot de set-up
configuratie. In de set-up configuratie zijn parameters
opgeslagen die in het algemeen alleen moeten worden
ingesteld bij de installatie. De parameters zijn als volgt
gegroepeerd:
P.1 tot P.99 Open Parameters (altijd aan te
passen).
P.101 tot P.199 Diagnostische Parameters (altijd
alleen lezen).
P.501 tot.599 Beveiligde Parameters (Alleen
bereikbaar met behulp van een a p.c. of palm
applicatie).
Voor toegang tot het set-up menu, drukt men tegelijk op
de linker- en rechterknoppen van het MSP4 paneel.
Het set-up menu is niet toegankelijk als het systeem in
werking is (lassen) of als er een fout is opgetreden (De
status-LED is niet groen). Verander de waarde van het
knipperende parameter door het draaien van de SET-
knop.
Na het wijzigen van een parameter is het noodzakelijk
om de rechter knop in te drukken om de nieuwe
instelling op te slaan. Door op de linker knop te
drukken wordt de wijziging geannuleerd. Als u het set-
up menu wilt verlaten, drukt u op elk gewenst moment
tegelijk, op de linker en rechter knop van het MSP4
paneel. Na 1 minuut van inactiviteit sluit het setup-
menu automatisch.
Open Parameters.
P.0 Druk op de linker knop om het set-up menu te
verlaten.
P.1 Eenheid draadaanvoersnelheid
Metrisch = m / min
Engels = in / feed min (standaard)
P.2 Arc Display Mode
Amps = Het linker display toont amperage tijdens
het lassen. (standaard)
WFS = Het linker display toont
Draadaanvoersnelheid tijdens het lassen.
P.4 Geheugen opvragen via pistoolschakelaar
Enable = selecteren opvragen met 2 tot 6 maal
snel drukken op de pistoolschakelaar. Is
Nederlandse
4 Step Trigger
Start = On
Crater =On
Burnback = On
Weld
Downslope
Crater
Burnback
Postflow Idle
Crater T.
Burnback T.
standaard ingeschakeld wanneer het optionele
dubbele procedure / geheugenpaneel is
geïnstalleerd. De geheugens zijn op te roepen met
de pistoolschakelaar. Druk de pistoolschakelaar
snel het aantal keren dat overeen komt met het
geheugennummer. Bijvoorbeeld, het geheugen 3
opvragen: Trek 3 maal snel de pistoolschakelaar.
Geheugen opvragen kan alleen als er niet met de
machine gelast wordt.
Switch = Geheugenselectie wordt alleen uitgevoerd
door de knoppen op het optionele dubbele
procedure / geheugenpaneel (standaard).
P.5 Wisselen procedure met pistoolschakelaar
Snelle schakelaar = Hiermee kan schakelen tussen
procedure A en B tijdens de procedure lassen. Het
optionele dubbele procedure / geheugenpaneel is
vereist. Werking:
Selecteer procedure "GUN" op het geheugen
paneel.
Start met lassen door de pistoolschakelaar in
te drukken. Het systeem zal lassen met
procedure A-instellingen.
Tijdens het lassen, laat de pistoolschakelaar
snel los en druk deze meteen weer in. Het
systeem schakelt de instellingen naar
procedure B.
Laat de schakelaar los om te stoppen met
lassen. Wanneer de volgende las gemaakt
wordt, zal het systeem opnieuw beginnen met
procedure A.
Geïntegreerde TrigProc = Gebruik
pistoolschakelaar en procedure schakelaar bij
gebruik van een Lincoln Dual Schedule pistool.
Het systeem werkt identiek aan de voorgaande
uitleg. Uitleg werking in 4-takt:
Selecteer procedure "GUN" op het
geheugenpaneel.
Start met lassen door de pistoolschakelaar in
te drukken. Het systeem zal las met
procedure A-instellingen.
Tijdens het lassen, laat de pistoolschakelaar
snel los en druk deze meteen weer in. Het
systeem schakelt de instellingen naar
procedure B.
Laat de schakelaar los om te stoppen met
lassen. Wanneer de volgende las gemaakt
wordt, zal het systeem opnieuw beginnen met
procedure A.
Externe Schakelaar = dubbele procedureselectie
kunnen uitgevoerd worden met behulp van de
geheugen toets of een dubbel procedure laspistool.
P.6 Push Pull pistool, instelling motorkoppel
Deze instelling regelt het motorkoppel van de motor bij
gebruik van een push-pull pistool. De
draadaanvoerkoffer wordt in de fabriek ingesteld zonder
voorinstelling (maximaal). Bij gebruik van een Push
Pull laspistool kan het koppel worden teruggebracht om
de kracht van de draadaanvoermotor te beperken en
het teveel aanvoeren van lasdraad te voorkomen. Een
te laag koppel kan draadaanvoerproblemen tijdens het
lassen opleveren waardoor de lasdraad in de tip vast
kan branden. Standaardwaarde voor deze instelling is
75, Bereik van 5 - 100.
Gebruik de VOLTS / TRIM knop om het koppel in
te stellen. Verhogen van de factor verhoogt het
motor koppel en het verminderen van de factor
verlaagt het motor koppel. Verhoog het koppel niet
onnodig. Een te hoog of te laag koppel kan
9
Nederlandse