Inhoudsopgave
Advertenties
3. Schuif de keuzeschakelaar voor de draairichting (9) naar de middelste positie als het gereedschap niet wordt
gebruikt, om een onbedoelde ingebruikname te voorkomen (zie afb. 6).
b) Bedrijfsmodus instellen
Met de keuzering voor het draaimoment (2) wordt de bedrijfsmodus en het draaimoment ingesteld.
De keuzering voor het draaimoment (2) kan bij gebruik als schroevendraaier worden gebruikt om het
gewenste aanhaalmoment (1-19) in te stellen, afhankelijk van het type schroef/materiaal. De betreffende
instelling is afhankelijk van het soort materiaal en de grootte van de schroeven. Positie 1 markeert de
laagste instelling en positie 19 de hoogste instelling.
Het werkelijk bereikte draaimoment bij het vastdraaien moet altijd met een momentsleutel worden gecon-
troleerd.
Symbool
1
(zie afb. 7)
1-19 (zie afb.8)
12
Abb. 6
Modus
2
Boren
Schroeven
Abb. 7
Toepassing
3
Boren van gaten in metaal, hout, etc.
In- en uitdraaien van schroeven
Abb. 8
1-19
Advertenties
Inhoudsopgave
