Xerox Versant 180 Press Handleiding Voor De Gebruiker pagina 194
Verberg thumbnails
Zie ook voor Versant 180 Press:
- Handleiding voor de gebruiker (176 pagina's) ,
- Handleiding (26 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Opdrachtwerkstromen
c) Als u meer van de bovenkant of meer van de onderkant van katernpagina's wilt
afsnijden, gebruikt u de pijlen voor Positieverschuiving om de Bijgesneden
hoogte omhoog of omlaag te verschuiven.
Als u de hoogte bijvoorbeeld omhoog schuift, wordt er meer van de onderkant
afgesneden en minder van de bovenkant afgesneden. Als u de Bijgesneden
hoogte omlaag schuift, wordt er meer van de bovenkant afgesneden en minder
van de onderkant afgesneden. U gebruikt doorgaans Positieverschuiving nadat
u een proefafdruk van een opdracht hebt bekeken, om te zien waar u fijnere
aanpassingen moet maken aan de boven- of onderkant van de pagina.
15. Selecteer OK als u klaar bent met uw vouw- en snij-instellingen.
16. Als u een pers hebt die met een invoegeenheid is geconfigureerd, kunt u eventueel
voorbedrukte omslagvellen in de katernen invoegen.
Als u geen voorbedrukte omslagen wilt invoegen, kunt u een proefafdruk van de
opdracht maken en de afdrukken controleren. Vervolgens drukt u de volledige opdracht
af na het maken van de benodigde aanpassingen.
Als u wel omslagen wilt invoegen, moet het formaat van de omslagvellen hetzelfde
zijn als dat van de hoofdvellen. De katernmodule wikkelt het voorbedrukte omslagvel
om de hoofdvellen heen om zo een voor- en achteromslag te vormen.
a) Plaats de voorbedrukte omslagen in de invoegeenheid (lade T-1).
b) Programmeer het papier op de gebruikersinterface van de pers.
OPMERKING
Als u speciale pagina's uit een bepaalde lade invoert, moeten de eigenschappen
van dat papier uniek zijn ten opzichte van ander geplaatst papier. Anders selecteert
de printserver misschien dezelfde papiersoort uit een andere lade. Omdat u alleen
het voorbedrukte papier uit lade T1 wilt gebruiken, moet u controleren of er geen
ander papier in andere papierladen is geplaatst met dezelfde eigenschappen (naam,
formaat en gewicht). Zo ja, ga dan naar de printserver en definieer het papier dat u
wilt gebruiken met een unieke naam. In de meeste gevallen weegt omslagpapier uit
lade T1 zwaarder dan ander geplaatst papier. Dit maakt de omslagen uniek.
17. Bij Opdrachteigenschappen (op de printserver) selecteert u het tabblad Speciale
pagina's.
18. Selecteer het pictogram Vooromslag.
Als de opdracht vooraf is opgemaakt, selecteer u alleen de Vooromslag. Als de
opdracht niet vooraf is opgemaakt, schakelt u het selectievakje Vooromslag en
achteromslag hetzelfde maken in. Een Opmaakstijl katern voor een opdracht die
niet vooraf is opgemaakt, moet instellingen voor zowel de voor- als achteromslag
hebben.
19. Selecteer Geplaatst papier in het menu Naam en selecteer vervolgens het specifieke
papier dat u in lade T1 hebt geplaatst.
a) Selecteer Omslag toevoegen.
b) Selecteer OK om het venster Uitzonderingspagina's te sluiten.
20. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht en selecteer Proefafdruk.
21. Haal de afdrukken op en controleer de rug en de bijgesneden randen.
Stel zo nodig de SquareFold-rugdruk en de snijhoeveelheid aan de rand en
boven/onder opnieuw in.
14-6
Xerox
Optionele apparaten - Handleiding voor de gebruiker
®
Versant
®
180 Press
Advertenties
Inhoudsopgave
