LET OP
LET OP
7. Stel de Inogen One concentrator in op de flowsnelheid die door uw arts is voorgeschreven.
Stel de Inogen One concentrator in op de flowsnelheid die door uw arts is voorgeschreven.
WAARSCHUWING
C
!
VOORZICHTIG
8. Plaats de neuscanule op uw gelaat en adem normaal door uw neus.
De Inogen One detecteert het begin van de inademing en levert precies
op het moment dat u inademt een hoeveelheid zuurstof. De Inogen One
detecteert elke ademhaling en blijft op deze wijze zuurstof toedienen.
Naarmate het ademhalingsfrequentie verandert, detecteert de Inogen
One deze verandering en voert alleen de zuurstof toe u die nodig hebt.
Soms, als u zeer snel inademt tussen ademhalingen, zal de Inogen One
mogelijk een van deze ademhalingen negeren en de indruk geven dat
een ademhaling is overgeslagen. Dit is normaal omdat de Inogen One
de veranderingen in uw ademhalingspatroon detecteert en bewaakt.
De Inogen One zal normaal de volgende ademhaling detecteren en
overeenkomstig zuurstof toedienen.
264
Na een verandering in de flowinstelling past de concentrator zich aan
de nieuwe condities aan. Alerten en sommige foutmeldingen worden
tijdelijk gedeactiveerd. Blijf de Inogen One normaal gebruiken.
Wanneer de Inogen One wordt ingeschakeld, zal hij op dezelfde
flowinstelling staan als de instelling bij het uitschakelen. Als de Inogen
One echter in de Satellite instelling was toen hij werd uitgezet of als
er geen instelling gedetecteerd werd, zal de Inogen One in instelling 3
starten bij het inschakelen.
De keuze van de flowinstelling is afhankelijk van het voorschrift van de arts.
Inogen heeft elk van de vijf instellingen gemarkeerd (1-5) om een
richtlijn te geven voor het afstemmen van de instelling van het apparaat
op de continue zuurstofflow die door de arts is voorgeschreven. Het
werkelijke verband is afhankelijk van de ademhalingsfrequentie van de
patiënt, het beademingsvolume bij inademing en andere fysiologische
factoren. Voorafgaand aan het gebruik raadt Inogen u aan zich door een
arts of clinicus te laten onderzoeken om de ideale instelling te bepalen.
De Inogen One mag niet in de flowinstelling "Satellite" worden
bediend zonder gebruik van de Satellite Conserver. Bediening in deze
instelling zonder de Conserver zal tot een verminderd zuurstofgehalte
en een systeemfout leiden.