Instellingen aanpassen
Houd aan-knop ingedrukt totdat "STD" en "CAL" is vervangen door "SETUP" en "MODE". Laat de
knop los.
De meter uitschakelen
Druk in de meetmodus op de aan-knop. "POWER" en "OFF" verschijnt. Laat de knop los.
pH meten en kalibreren
Zorg dat de meter gekalibreerd is voor gebruik.
Als de elektrode droog is, dompel deze in HI70300-bewaaroplossing gedurende 30 minuten om
opnieuw te activeren. Indien vervuild, reinigt u de elektrode door deze gedurende 20 minuten in
de reinigingsoplossing te dompelen en daarna de tip af te spoelen en ten minste 30 minuten voor
gebruik in de bewaaroplossing te weken.
Spoel de elektrode goed af en schud overtollige druppels af. Kalibreer voordat u deze gebruikt.
Dompel de elektrode in het te testen monster, terwijl zachtjes roerend. Wacht tot de zandloper op
het scherm verdwijnt.
Op het scherm wordt de pH-waarde (automatisch gecompenseerd voor temperatuur) weergege-
ven, terwijl het secundaire lcd de temperatuur van het monster weergeeft. Als achtereenvolgens
metingen in verschillende monsters worden uitgevoerd, spoelt u de elektrodepunt grondig af om
kruisbesmetting te voorkomen.
Voor een betere nauwkeurigheid wordt frequente kalibratie van de pH-sensor aanbevolen. Boven-
dien moet de meter opnieuw worden gekalibreerd wanneer:
• wanneer de pH-elektrode vervangen wordt
• na het testen van agressieve chemicaliën
• waar hoge nauwkeurigheid vereist is
• minstens één keer per maand
• na het reinigen van de sensor
De punt van de elektrode moet worden gespoeld met gezuiverd water (omgekeerde osmose, gede-
stilleerd of gedeïoniseerd) vóór en na plaatsing in een oplossing (buffer, opslag of monster).
pH-kalibratie
Ga naar de kalibratiemodus vanuit de pH-meetmodus. Plaats de elektrode in de eerste kalibratie-
buffer. Als u een tweepuntskalibratie uitvoert, gebruikt u eerst pH 7,01 (pH 6,86 voor NIST). "pH
7.01 USE" verschijnt en "CAL" en de zandloper knipperen (of "pH 6.86 USE" voor NIST).
8