GEBRUIKSAANWIJZING Draaimomentmeter PCE-FB TS Serie
12.1.5 Grenswaarden
Hier kunt u grenswaarden instellen en bepalen of er een signaal afgegeven moet worden bij over- of
onderschrijding.
Onder „Output" en „Alarm" kunt u instellen welk signaal moet worden afgegeven bij over- of
onderschrijding van de grenswaarden.
-OFF betekent dat er geen signaal wordt afgegeven.
-MODE1 betekent dat bij onderschrijding van de MIN grens een kort signaal wordt afgegeven en bij
overschrijding van de MAX grenswaarde een lang signaal.
-MODE 2 betekent dat bij onderschrijding van de MIN grens een onderbroken signaal wordt
afgegeven en bij overschrijding van de MAX grenswaarde een continu signaal.
Is „Output" geactiveerd, dan wordt het desbetreffende signaal via de optionele alarmuitgang
gezonden.
Is „Alarm" geactiveerd, dan klinkt het desbetreffende signaal als een akoestisch signaal.
Is de grenswaardefunctie geactiveerd, dan verschijnt op het display een MIN, OK of MAX aanduiding.
Selecteer „Status" en druk op
ENTER►0◄. U kunt nu de
grenswaardefunctie in- of
uitschakelen, met behulp van de
MEM ◄en de PRINT ► toetsen.
Bij de menupunten „MIN",MAX"
en „NULL" kunt u de
ondergrenswaarde (MIN), de
bovengrenswaarde (MAX) en het
nulpunt (NULL) vaststellen.
Selecteer het gewenste
menupunt en druk op
ENTER►0◄. U kunt nu met
behulp van de MEM ◄en de
PRINT ► toetsen het gewenste
cijfer selecteren en vervolgens
met de PEAK ▲en de MENU ▼
toets de cijfers verhogen en
verlagen.
19