GEBRUIKSAANWIJZING Draaimomentmeter PCE-FB TS Serie
9.2 Meetwaarden opslaan
Het meetapparaat kan gemeten waarden opslaan en als meetreeksen samenvoegen. De
meetreeksen kunnen grafisch gevisualiseerd en statistisch geëvalueerd worden.
U kunt ervoor kiezen de meetreeksen op te slaan in het buffergeheugen, het EEPROM-geheugen of
op de micro SD-kaart. In hoofdstuk 12.2 vindt u meer informatie over het geheugen en de mogelijke
instellingen.
Door te drukken op de MEM ◄ toets kunnen
meetwaarden worden opgeslagen in het
buffergeheugen. Door de toets ingedrukt te
houden, kan gekozen worden om het EEPROM-
geheugen of de micro SD-kaart te gebruiken als
opslagplaats.
De opgeslagen meetwaarden worden
samengevoegd als meetreeks. Het aantal
meetwaarden per meetreeks kan ingesteld worden
in het geheugenmenu (zie hoofdstuk 12.2).
Is de manuele opslagmodus geactiveerd, dan
wordt op het display „MAN" weergegeven. Bij het
drukken op de MEM ◄ toets wordt een
afzonderlijke meetwaarde opgeslagen.
Is de automatische opslagmodus geactiveerd, dan
wordt op het display „ACQ" weergegeven. Met de
MEM ◄toets kan de automatische registratie met
de ingestelde instellingen (zie hoofdstuk 13.2)
gestart worden. Tijdens de registratie wordt het
aantal opgeslagen meetwaarden en het max.
aantal meetwaarden per meetreeks weergegeven.
Indien meetreeks afgerond is, schakelt het
meetapparaat automatisch naar de grafische
weergave van de meetreeks.
Door op de ENTER ►0◄toets te drukken keert u
terug naar het standaard scherm.
Met het drukken op de MEM ◄ toets gaat u naar
het statistiek scherm van de meetreeks.
Hier heeft u de mogelijkheid de meetreeks op te
slaan, te wissen of te printen of weer te schakelen
naar de grafiekweergave.
Met de UNIT/CLEAR toets kunt u het statistiek
scherm snel verlaten.
12