Software Versie 2.00/2.04
Ook worden van beide regelaars de integrators zo gezet, dat het I-aandeel 100% is. Daardoor zal de
◦
regelaar zich "van boven komend" instellen in plaats van "van onder komend".
◦
Gedurende de eerste helft van de ventilator inschakelvertraging wordt de luchtklep dicht gehouden.
Daarna is de luchtklep vrij om op min. stand of open te gaan (afhankelijk van de verdere instellingen).
◦
Het voetpunt van de inblaasregeling wordt verhoogd en na het inschakelen van de toevoerventilator
geleidelijk verlaagd.
Hierdoor heeft de PI-regelaar de mogelijkheid om langzaam terug te regelen.
Bovenstaande acties zijn te blokkeren door in de functie uit te schakelen.
Vorstbewaking
De vorstbewaking/retourwaterbewaking werkt op de voorste verwarmer, dus bij 1 verwarmer op de
verwarmer pomp en -uitgang, en bij 2 verwarmers op de voorverwarmer pomp en -uitgang.
(Na)verwarmer uitgang
Het functieblok verwarming bevat de besturing voor een naverwarmer.
Dit is de laatste verwarmer in de luchtbehandelkast.
De besturing van de verwarmer werkt aan de hand van het stuursignaal van de inblaasregelaar, bij twee
verwarmers werkt de voorste verwarmer met een eigen PI-regelaar op een vast instelpunt.
Bij verwarmer uitgang wordt het regelsignaal voor de (na)verwarmer weergegeven.
Bij analoge aansturing is dit tevens het signaal dat via de AO-uitgang naar de klep gaat. Het uitgangssignaal
loopt van 0% tot 100%.
Verwarmingsdrempel
De drempel voor verwarmen is de ondergrens van het inblaas regelsignaal waarbij de verwarmer aanspreekt.
Het gebied (drempel tot +100%) van het inblaasregelsignaal wordt omgezet naar een verwarmer regelsignaal
van 0% tot 100%.
Bij een drempel van 0% komt het verwarmer signaal overeen met het positieve stuk van de inblaasregelaar. De
drempel is begrensd tussen 0% en 100%.
Op de drempel wordt een vaste hysteresis van 10% gezet. Het gebied bevindt zich onder de drempel (dus hier
van 0% tot -10%).
Ook de drempels, ventileren en koelen hebben deze hysteresis, maar dan ligt het gebied boven de drempel.
Voorbeeld
Stel dat de drempels als volgt zijn ingesteld: Verwarmen = 0%, Ventileren = 0% en Koelen = -40%.
Bij een van +100% naar -100% neergaand inblaasregelsignaal zal de module beginnen met verwarmen, bij -10%
(VW - hyst) gaan ventileren en bij -40% (KL drempel) gaan koelen.
Opgaand zal de module koelen tot -30% (KL + hyst) dan ventileren tot +10% (VT + hyst) en verder verwarmen.
Verwarmer circuitpomp
De circuitpomp wordt aangestuurd zolang de verwarmer actief is, en als de buitentemperatuur onder de
vorstgrens is.
Als de circuitpomp niet meer nodig is, wordt hij eerst nog gedurende de ingestelde nalooptijd aan gehouden.
96
Software Handleiding HCS6000
Copyright Ⓒ 2021 HCS Building Automation