Software Versie 2.00/2.04
De ingevulde looptijd wordt begrensd tussen 60 en 600 seconden.
In de functies '3-puntsklep periodetijd' en '3-puntsklep signaaltijd' worden de puls- en cyclustimers van de
mengklepregelaar weergeven.
Deze timers worden elke mengklepcyclus opnieuw geset (zie MENGKLEP looptijd).
De mengklep regelsignalen (pulsen) voor klep dicht en klep open zijn zichtbaar bij '3-puntsklep lager' en
'3-puntsklep hoger'.
Circulatiepomp
6.2.11
Indien de uitgang van de PI-regelaar hoger is dan 0 zal de circulatiepomp ingeschakeld worden.
De nalooptimer zorgt ervoor dat de circ.pomp nog enige tijd zal blijven draaien, nadat de regeling is
uitgeschakeld.
Dit is om te voorkomen dat bij snelle temperatuurswisselingen de pomp en daarmee ook de ketelregeling
kortstondig wordt aan/uit geschakeld.
Bij 'Nalooptijd pomp gewenst' wordt de gewenste nalooptijd ingevuld, bij 'Nalooptijd pomp stand' wordt de
stand van de nalooptimer weergegeven.
De gewenste nalooptijd mag ook 0 zijn, in dat geval schakelt de circ.pomp meteen uit.
De status van de circuitpomp wordt weergegeven bij 'Circulatiepomp uitgang'.
Vorstbewaking
6.2.12
Bij de functie 'Drempel vorstbewaking' wordt ingevoerd bij welke buitentemperatuur actie wordt genomen
tegen bevriezing.
Als de groep nog niet actief is wordt en de buitentemperatuur de vorstgrens onderschrijdt, zal de circuitpomp
gestart worden en de aanvoer temperatuur bewaakt worden op 5ºC.
Wordt die laatste grens onderschreden, dan wordt de groep actief en gaat stoken.
Ketelkoppeling
6.2.13
62
Software Handleiding HCS6000
Copyright Ⓒ 2021 HCS Building Automation