5 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Overige instellingen -
stoorsignaalonderdruk-
king
16
De volgende omstandigheden veroorzaken stoorreflecties en kunnen
de meting beïnvloeden:
•
Hoge sokken
•
Ingebouwde delen in de tank, zoals versterkingen
•
Roerwerken
•
Aanhechtingen of lasnaden aan tankwanden
Opmerking:
Een stoorsignaalonderdrukking registreert, markeert en bewaart deze
stoorsignalen, zodat deze voor de niveaumeting worden genegeerd.
Dit moet bij een zo laag mogelijk niveau worden uitgevoerd, zodat
eventueel aanwezige storende reflecties kunnen worden geregi-
streerd.
Ga als volgt tewerk:
1. Met [->] het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" kiezen en
met [OK] bevestigen.
2. Driemaal met [OK] bevestigen en de werkelijke afstand van de
sensor tot het oppervlak van het product invoeren.
3. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen worden nu na bevesti-
gen met "OK" door de sensor geregistreerd en opgeslagen.
Opmerking:
Controleer de afstand tot het productoppervlak, omdat bij een ver-
keerde (te grote) opgave het actuele niveau als stoorsignaal wordt op-
geslagen. Zo kan in dit bereik het niveau niet meer worden bepaald.
Wanneer in de sensor al een stoorsignaalonderdrukking is aange-
maakt, dan verschijnt bij de keuze "Stoorsignaalonderdrukking" het
volgende menuvenster:
"Wissen": een al aanwezige stoorsignaalonderdrukking wordt
compleet gewist. Dit is nuttig, wanneer de aanwezige stoorsignaalon-
derdrukking niet meer bij de meettechnische omstandigheden van de
tank past.
VEGAPULS 61 • 4 ... 20 mA/HART - tweedraads