26.14 Verbind de verbindingskabel met het
apparaat
LET OP!
Hitte kan de verbindingskabel van het apparaat be-
schadigen.
Zorg ervoor dat de verbindingskabels geen hete
▶
plekken van de kookplaat of de bakoven aanraken.
Bouw een tussenschot in, zodat de verbindingska-
▶
bels na inbouw van de kookplaat niet langer toegan-
kelijk zijn.
Sluit de verbindingskabel van een willekeurige be-
1.
dieningsknop aan op de bus van het apparaat.
Zorg ervoor dat de stekker in de bus vastklikt.
2.
26.15 Apparaat inbouwen
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderde-
▶
len of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of ran-
▶
den in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of verande-
▶
ren.
Plaats het apparaat gelijkmatig in de meubeluitspa-
1.
ring.
Leid het netsnoer bij ondergebouwde bakoven bij
2.
de achterste hoeken van de bakoven naar het stop-
contact.
26.16 Stellen van het apparaat
De meegeleverde bevestigingsklemmen aanbren-
1.
gen en voorzichtig vastzetten.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
Stel de kookplaat met behulp van de bevestigings-
2.
klemmen gelijk met het werkvlak.
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de voeg
3.
rondom het apparaat en het werkblad op een gelijk-
matige afstand van 1,5 mm uit.
Montagehandleiding nl
39