SC-P400 Series Gebruikershandleiding
❏ Als het papier langere tijd ongebruikt in de
printer ligt, kan de rol van het
aandrukmechanisme een indruk achterlaten in
het papier. Dit kan ook leiden tot een krul in het
papier met mogelijke papiertoevoerproblemen of
krassen op de printkop tot gevolg. Verwijder het
papier tijdens opslag.
❏ Berg de printer pas op wanneer u zeker weet dat
de printkop goed is afgedekt (printkop staat
uiterst rechts). Als de printkop lange tijd niet is
afgedekt, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.
Opmerking:
Zet de printer aan en weer uit als de printkop niet is
afgedekt.
❏ Voordat u de printer opbergt, moet u de kap van
de printer, de uitvoerlade en de papiersteun
sluiten. Als u de printer langere tijd niet gebruikt,
legt u een antistatische doek op de printer tegen
het stof. De spuitkanaaltjes van de printkop zijn
zeer klein. Ze kunnen gemakkelijk verstopt raken
als er stof op de printkop komt. Mogelijk kunt u
dan niet meer goed afdrukken.
❏ Als u de printer lange tijd niet hebt gebruikt,
controleer de spuitkanaaltjes dan eerst op
verstopping voordat u gaat afdrukken. Reinig de
printkop als die verstopt is.
"Controleren of er verstopte spuitkanaaltjes
U
zijn" op pagina 86
Behandeling van cartridges
Houd voor een goede afdrukkwaliteit rekening met de
volgende punten bij het omgaan met cartridges.
❏ Na aanschaf wordt het inktsysteem gevuld. Er
wordt een deel van de inkt gebruikt om de
spuitkanaaltjes van de printkop helemaal te vullen
met inkt en klaar te maken voor het afdrukken.
Hierdoor kunnen met de cartridges die u meteen
na aanschaf installeert minder pagina's worden
afgedrukt dan met de cartridges daarna.
❏ Wij raden u aan om de cartridges koel en donker
te bewaren en te gebruiken vóór de vervaldatum
die op de verpakking staat. Verbruik cartridges
binnen zes maanden na het openen van de
verpakking.
Inleiding
❏ Open de verpakking van de cartridge pas als u de
cartridge in de printer gaat installeren. De
cartridge is vacuüm verpakt om de kwaliteit te
behouden.
❏ Als u de cartridges verplaatst van een koude naar
een warme plaats, moet u deze minstens drie uur
op kamertemperatuur laten komen voordat u ze
gebruikt.
❏ Verwijder de gele tape voor u de cartridge plaatst.
Als u dit niet doet, kunt u mogelijk niet meer
normaal afdrukken. Verwijder geen andere folie
of labels. Anders zou de inkt kunnen lekken.
❏ Raak de IC-chip in de inktcartridge niet aan.
Anders kunt u mogelijk niet meer normaal
afdrukken.
"Cartridges vervangen" op pagina 90
U
❏ Installeer cartridges in alle sleuven. U kunt niet
afdrukken als een sleuf leeg is.
❏ Vervang geen cartridges als de printer is
uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet met de
hand, anders kan de printer worden beschadigd.
❏ Zet de printer niet uit tijdens het bijvullen van het
inktsysteem. Mogelijk wordt het inktsysteem dan
niet goed bijgevuld, waardoor de printer niet kan
afdrukken.
❏ Laat de printer niet staan zonder cartridges en zet
de printer niet uit tijdens het vervangen van een
cartridge. Anders kan de printkop
(spuitkanaaltjes) uitdrogen en kunt u mogelijk
niet meer afdrukken.
❏ Omdat de groene IC-chip informatie over de
cartridge en de resterende hoeveelheid inkt bevat,
kunt u de cartridge uit de printer verwijderen en
later toch weer gebruiken. Houd er rekening mee
dat bijna opgebruikte cartridges die uit de printer
zijn verwijderd, mogelijk niet meer kunnen
worden gebruikt. Wanneer cartridges een tweede
keer worden geïnstalleerd, kan er opnieuw een
beetje inkt worden verbruikt om de betrouwbare
werking te kunnen garanderen.
❏ Bij een verwijderde cartridge kan er inkt rond de
poort voor de inktuitvoer zitten. Let erop dat u
verder geen vlekken maakt bij het verwijderen
van cartridges.
15