Olie verversen en filter vervangen
1. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een opvangbak
lopen. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst
u de aftapplug terug.
2. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone
olie op de pakking van het filter.
3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te vast
draaien.
4. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren, blz. 20.
5. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren.
Brandstoffilter/waterafscheider
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het filterelement om de 800 bedrijfsuren.
Onderhoud van het filter
1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd (Fig. 46).
2. Maak de sensorkabel los en verwijder de aftapplug.
3. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze
wordt gemonteerd.
Figuur 46
1. Brandstoffilter/waterafscheider
4. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus.
5. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking
contact maakt en draai de filterbus vervolgens nog
1/3 slag.
6. Plaats de aftapplug met een nieuwe O-ring. Sluit de
sensorkabel aan.
7. Druk op de voedingsplunjer totdat u weerstand voelt.
8. Start de motor en controleer op olielekkages.
De gashendel afstellen
Een goed werkende gasklep is afhankelijk van een correcte
afstelling van de gashendel. Controleer of de gashendel
goed werkt.
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 47).
1. Gaskabel
2. Kabelklem
3. Rijsnelheidshendel
2. Draai de kabelklemschroef los waarmee de kabel is
3. Beweeg de kabel totdat de rijsnelheidshendel contact
1
4. Draai de kabelklemschroef aan en controleer het
Stationair toerental afstellen
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 47).
2. Draai de borgmoer op de schroef voor de afstelling van
3. Draai aan de schroef totdat het toerental 1500 tpm
4. Zet de borgmoer vast.
35
3
2
1
Figuur 47
bevestigd aan de motor (Fig. 47).
maakt met de schroef voor de afstelling van het
stationair toerental (Fig. 47).
toerental van de motor.
het stationair toerental los (Fig. 47).
bedraagt.
3
4. Regelschroef voor
stationair toerental