Opname via een microfoon (vervolg)
Starten wanneer geluidsignaal wordt
ontvangen (microfoon-synchroonopname)
1
Druk op de REC toets.
2
Druk op de 5
5
5
5
5 of 4
4
4
4
4 toets om het opname-
niveau in te stellen.
Niveaumeterindicator
0dB
3
Druk herhaaldelijk op de MODE toets om de
opnamefunctie in te stellen (bladzijde 23).
4
Druk op de ENTER toets om de opname-
gevoeligheid te kiezen.
MIC SYNC H : Opname start wanneer signalen van
–24 dB of meer worden ontvangen.
(Het starten van de opname op basis
van stille geluiden is nu mogelijk.)
MIC SYNC L : Opname start wanneer signalen van
–12 dB of meer worden ontvangen.
5
De opname start automatisch zodra een
geluidssignaal, bijvoorbeeld de stem van
een persoon, door de microfoon wordt
opgepikt.
Meer over de pauzefunctie
Deze draagbare MD-recorder pauzeert automatisch de
opname indien de microfoon gedurende 3 seconden of langer
geen geluidssignaal oppikt. (De pauzefunctie werkt niet
gedurende de eerste 10 seconden na het starten van een
opname.) De opname wordt automatisch weer gestart zodra
er een geluidssignaal wordt ontvangen.
Opmerkingen:
● Voor opname via een microfoon dient er niets op de OP-
TICAL/LINE IN aansluiting van de draagbare MD-recorder
te zijn aangesloten.
● Gebruik een microfoon van het type dat stroom ontvangt
na het aansluiten ("plug-in power type").
• Indien een plug-in power type microfoon wordt
aangesloten, zal de draagbare MD-recorder stroom
naar de microfoon voor de werking leveren.
• Bij het gebruik van een ander type microfoon, zal de
microfoon mogelijk onjuist functioneren of de draagbare
MD-recorder niet goed werken.
● Steek de stekker goed in de aansluiting. Er wordt geen
opname gemaakt indien de stekker niet goed is
aangesloten.
● Gebruik een microfoon met een stereo-ministekker met
een diameter van 3,5 mm.
● Stel de gevoeligheid op "MIC SYNC L" indien de opname
te vaak door ongewenste ruis en dergelijke wordt gestart.
● U kunt de opnamegevoeligheid ook tijdens de opname
nog veranderen.
N-30