Geavanceerde opname
Opname-start wanneer de weergave start
(synchroonopname)
De opname start of pauzeert automatisch al naar
gelang er geluidssignalen van de aangesloten ste-
reo-installatie worden ontvangen (synchroo-
nopname).
1
Druk op de REC toets.
2
Start de weergave van de aangesloten ste-
reo-installatie.
3
Druk op de 5
5 of 4
4 toets om het
5
5
4
4
5
4
opnameniveau in te stellen.
4
Druk op de PAUSE toets van de stereo-
installatie om de weergavepauzefunctie te
activeren.
Kies het startpunt voor de opname en druk op de
PAUSE toets.
5
Druk herhaaldelijk op de MODE toets om de
opnamefunctie in te stellen (bladzijde 23).
6
Druk op de ENTER toets (Toets voor synchroon).
Deze draagbare MD-recorder
"
" zal verschijnen.
Indien er een;
Om deze handeling te annuleren, dient u de
stilte van 3 seco
• ■/:OFF toets in te drukken.
7
Start de weergave van de stereo-installatie.
De opname start automatisch.
Onderbreken van de opname:
Deze draagbare MD-recorder schakelt in de
synchroonopname-pauzefunctie wanneer de weergave
van de stereo-installatie stopt. De opname wordt weer
gestart zodra de weergave wordt voortgezet.
Indien er een stilte van 3 seconden of langer is, zal de
opname worden gepauzeerd. (De pauzefunctie werkt
echter niet gedurende de eerste 10 seconden na het starten
van een opname.)
De opname wordt automatisch hervat zodra er weer
geluidssignalen worden ontvangen.
Er wordt na iedere onderbreking en hervatting een nieuw
fragmentnummer gemarkeerd.
N-22