2 | Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsaanwijzingen en Inbedrijfstelling verklaring symbolen (alleen voor de installateur) Algemene veiligheidsaanwijzingen Verklaring symbolen Storingen Storingen met displayweergave Gegevens betreffende het toestel Storingen zonder displayweergave EG-verklaring van overeenstemming Leveringsomvang Aanwijzingen voor de gebruiker Productbeschrijving Waarom is een regelmatig onderhoud Technische gegevens belangrijk? Belangrijke aanwijzingen ten...
Veiligheidsaanwijzingen en verklaring symbolen | 3 Veiligheidsaanwijzingen en verklaring symbolen Algemene veiligheidsaan- Elektrische aansluiting wijzingen Alle werkzaamheden, waarvoor de regelaar moet worden geopend, mogen uitsluitend door erkende installateurs worden uitgevoerd. Met betrekking tot deze handleiding Deze handleiding bevat belangrijke informatie B De elektrische aansluiting uitsluitend door betreffende een veilige en vakkundige montage een elektricien laten uitvoeren.
4 | Veiligheidsaanwijzingen en verklaring symbolen Verklaring symbolen Veiligheidsaanwijzingen in de tekst worden door middel van een grijs vlak en een gevarendriehoek aangeduid. Signaalwoorden geven de ernst aan van het gevaar dat kan optreden als de voorschriften niet worden opgevolgd. Voorzichtig betekent dat er mogelijk lichte •...
Pagina 6
6 | Gegevens betreffende het toestel Installatieschema zonne-installatie 7747006071.01-1.SD Afb. 3 Installatieschema Collectorveld Zonneboiler zonnestation Regelaar B-sol 100 Hoofdcomponenten van de zonne-installatie Collectorveld bestaat uit platte collectoren of vacuümbuiscollectoren • zonnestation bestaat uit een pomp, veiligheids- en afsluitarmaturen voor de zonne-instal- •...
Gegevens betreffende het toestel | 7 Technische gegevens Regelaar B-sol 100 Eigen verbruik Beschermingswijze IP20 / DIN 40050 Aansluitspanning 230 V AC, 50 Hz Bedrijfsstroomsterkte : 1,1 A max. stroomverbruik bij pompuitgang 1,1 A (slechts pomp 1 aansluiten!) Meetbereik –30 °C tot +180 °C Toegestane omgevingstemperatuur 0 tot +50 °C...
8 | Voorschriften Voorschriften Dit apparaat voldoet aan de desbetreffende EN- voorschriften. De onderstaande richtlijnen en voorschriften opvolgen: B Plaatselijke bepalingen en voorschriften van het verantwoordelijke nutsbedrijf. B Industriële en brandweertechnische bepalin- gen en voorschriften. 6 720 615 394 (2008/10)
Installatie (alleen voor de installateur) | 9 Installatie (alleen voor de installateur) Wandmontage van de regelaar De regelaar wordt met behulp van drie schroeven B Het bovenste bevestigingsgat ( afb. 4, op de wand bevestigd. pos. 1) boren en de meegeleverde schroef tot 5 mm indraaien.
10 | Installatie (alleen voor de installateur) Elektrische aansluiting 4.2.1 De kabeldoorvoer voorbereiden Gevaar: Levensgevaar door elek- De kabels kunnen afhankelijk van de montage- trische stroom. situatie van achteren ( afb. 5, pos. 4) of van B Voor het openen van het appa- onderen ( afb.
Installatie (alleen voor de installateur) | 11 4.2.2 Kabels aansluiten Voor de aansluiting van de kabels moet u het vol- Afgeschermde laagspanningskabels gebruiken • gende in acht nemen: indien externe inductieve invloeden kunnen worden verwacht (bijv. door transformator- De plaatselijke voorschriften zoals aarding •...
12 | Bediening Bediening Aanwijzingen voor de gebruiker De zonne-installatie wordt bij de inbedrijfstelling door uw installateur afgesteld en draait daarna automatisch. B De zonne-installatie ook tijdens een langere afwezigheid (bijv. vakantie) niet uitschakelen. Indien de installatie overeenkomstig de opga- ven van de fabrikant is geïnstalleerd, is de zonne-installatie op zichzelf veilig.
Bediening | 13 Elementen van het zonnestation De hoofdcomponenten van het zonnestation zijn: Thermometer ( afb. 7, pos. 1 en 3): De inge- • bouwde thermometers geven de temperatu- ren van de retour van de collectoren (blauw) en de aanvoer (rood) weer. Manometer ( afb.
Bediening | 15 Temperatuurwaarden weergeven In de automatische werking kunnen met behulp Temperatuurwaarden worden door middel van van de draaiknop verschillende installatie- positienummers in het pictogram toegewezen. waarden (temperatuurwaarden, bedrijfsuren, pomptoerental) worden opgevraagd. Hoofdmenu (alleen voor de installateur) In het hoofdmenu van de regelaar wordt de rege- B Om de instelling te veranderen: de draaiknop ling aan de omstandigheden van de zonne-instal- indrukken en dan draaien.
Pagina 16
16 | Bediening Aan- duiding Functie Minimaal toerental bij toerentalregeling Deze functie legt het minimale toerental van de pomp vast en 30-100 % maakt de aanpassing van de toerentalregeling aan de indivi- [50 %] duele uitvoering van de zonne-installatie mogelijk. Maximale collectortemperatuur en minimale collector- min / max min / max...
Pagina 17
Bediening | 17 Aan- duiding Functie Handmatige werking „on“ (ingeschakeld) on/off/Auto De handmatige werking „on“ stuurt de pomp maximaal [off] 12 uur aan. Op het display verschijnen afwisselend de aan- duidingen „on“ en de geselecteerde waarde. Op het display wordt het transport van de solarvloeistof geanimeerd weer- gegeven ( afb.
18 | Bediening Expertmenu (alleen voor de installateur) Voor speciale installaties kunnen in het Expert- B Om de instelling te veranderen: de draaiknop menu verdere instellingen worden uitgevoerd. indrukken en dan draaien. B Om de instelling op te slaan: de draaiknop B Om naar het Expertmenu te wisselen: de toets nogmaals indrukken.
Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur) | 19 Inbedrijfstelling (alleen voor de installateur) Waarschuwing: Beschadiging van Waarschuwing: Schade aan de in- de pomp door drooglopen. stallatie door onjuist ingestelde bedrijfssoort. B Controleren of het collectorcir- cuit met solarvloeistof is gevuld Om het ongewenst opstarten van Montage- en onder- de pomp na het inschakelen van houdshandleiding...
20 | Storingen Storingen Storingen met displayweergave Bij storingen knippert het display rood. Boven- B Voor de gebruiker: Indien een storing dien geeft het display het soort storing door mid- optreedt contact opnemen met een installa- del van symbolen weer. tiebedrijf.
Storingen | 21 Storingen zonder displayweergave Soort storing Effect Mogelijke oorzaken Verhelpen De aanduiding is uitgegaan. De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan. De zonneboiler wordt niet Geen stroomtoevoer, zekering of Controleer de zekering en vervang opgewarmd door de zonne- voedingskabel defect.
Pagina 22
22 | Storingen Soort storing Effect Mogelijke oorzaken Verhelpen Te heet tapwater. Verbrandingsgevaar De begrenzing van de boilertem- De begrenzing van de boilertempe- peratuur en de tapmengkraan is ratuur en de tapmengkraan lager te hoog ingesteld. instellen. Te koud tapwater (of te geringe hoeveelheid warm tapwater). De temperatuurregelaar voor De temperatuurinstelling overeen- warm water op de ketel of de...
Aanwijzingen voor de gebruiker | 23 Aanwijzingen voor de gebruiker Waarom is een regelmatig De zonne-installatie controleren onderhoud belangrijk? U kunt aan een foutloze werking van uw zonne- installatie bijdragen door: Uw zonne-installatie voor drinkwateropwarming het temperatuurverschil tussen vertrek en of een combinatie van drinkwateropwarming en •...
24 | Aanwijzingen voor de gebruiker De bedrijfsdruk controleren, Collectoren reinigen eventueel opnieuw laten instel- Gevaar: Voor valpartijen! B Laat de inspectie-, onderhouds- of reinigingswerkzaamheden Drukschommelingen binnen de op het dak alleen door een in- zonnecircuit op grond van tempe- stallatiebedrijf uitvoeren.