De standknop
Draai aan de
standknop om één van
de volgende
opnamestanden te
selecteren:
i
Automatische stand (0 29)
Selecteer deze stand voor eenvoudige "richten en schieten"-fotografie.
Onderwerpstanden (0 35)
De camera optimaliseert automatisch de instellingen voor het
geselecteerde onderwerp. Kies de onderwerpstand die het best bij het te
fotograferen onderwerp past.
Standknop
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de camera
volledig naar wens te kunnen instellen.
P— Automatisch programma (0 53)
S—Sluitertijdvoorkeuze (0 54)
A—Diafragmavoorkeuze (0 55)
M—Handmatig (0 56)
Standen d en e (0 60)
Aangepaste instellingen voor opname
opslaan en oproepen.
X
9