Breng na het bedraden de kabelklem aan en houd de kabelmantel veilig op zijn plaats door de kabelklem met
2.9.4
schroefbevestigingen vast te draaien.
Afb. 23 - Bevestigen van de GBS-bedrading (kabel niet meegeleverd)
Breng het bedradingsdeksel terug aan. Zorg dat de kabel niet geklemd raakt.
2.9.5
Afb. 24 - Bedradingsdeksel bevestigd (kabel niet meegeleverd)
3.0 Inbedrijfstelling ter plaatse
Dit hoofdstuk gaat over de instelling, configuratie van de unit bij de installatie en de wijziging van de fabrieksinstellingen.
3.1.1
Voor instructies over het gebruik van het gebruikersmenu op het LCD-display, de onderhoudsopties en de
indicatorinformatie, verwijzen we u naar de gebruikershandleiding.
Schakel de voeding in na controle van de draadaansluitingen en controleer of het systeem correct functioneert. Hef het
deksel van de inbedrijfstellingswizard dat zich bovenaan de unit bevindt. Na aansluiting van de voeding verschijnt de
inbedrijfstellingswizard automatisch
12
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
(zie paragraaf
3.1.4).