Handige functies
Camera-opname
Beeldsignaalversterking
Als u in een donkere of slecht verlichte
omgeving opneemt, verschijnt de
aanduiding "LIGHT" op het scherm.
Gebruik dan de
beeldsignaalversterkingsfunctie voor een
helderder beeld.
Opmerking:
• "LIGHT" wordt niet getoond als de verlichting
voldoende is. De
beeldsignaalversterkingsfunctie kan in dit
geval niet worden gebruikt.
1
Druk in de camerastand op de
DISPLAY/MODE SET toets totdat het
functiescherm verschijnt.
M A N U A L
F O C U S
A U T O F O C U S
B L C / G A I N
2
Druk op l of m van de insteltoets
om "BLC/GAIN" te kiezen en druk dan
op het midden van de insteltoets.
3
Druk op l of m om "ON e" te
kiezen en druk dan op het midden
van de insteltoets.
BLC / GA I N
32
S E T
E X E C U T E
ON
4
Druk op de DISPLAY/MODE SET
toets om het functiescherm te sluiten.
• De "e" indicator verdwijnt en de
beeldsignaalversterkingsfunctie wordt
geannuleerd als u de camcorder op
een helder verlichte omgeving richt.
A U T O
3 0min
3 0min
min
Annuleren van de
beeldsignaalversterkingsfunctie
Kies "OFF" in stap 3 hiernaast.
Opmerkingen:
• Bij gebruik van de
beeldsignaalversterkingsfunctie kan er wat
ruis in het beeld zijn, die sterker wordt
wanneer deeindicator wordt getoond.
• Wanneer deeindicator wordt getoond,
is het mogelijk dat er een schaduwbeeld
verschijnt achter een onderwerp dat veel
beweegt.
• Gebruik de handmatige diafragma-instelling
(zie blz. 51) voor fijnafstelling van de
helderheid.
• De e indicator verdwijnt en de
beeldsignaalversterkingsfunctie wordt
geannuleerd als u de camcorder op een
helder verlichte omgeving richt.
P A U S E