Opvullen(
Opvullen(
waarde
waarde
Slaat
op in elk element in
Opvullen(
waarde
Opvullen(
waarde
Slaat
op in elk element in
Output(
Output(
rij
,
kolom
tekst
Geeft
beginnende bij de aangegeven
hoofdscherm.
Output(
rij
kolom
Output(
,
waarde
Geeft
beginnende bij de aangegeven
hoofdscherm.
P
Param
Param
Stelt de parametrische grafiekmodus in.
Pause
Pause
Onderbreekt de uitvoering van het programma tot u op
Pause
waarde
Pause
[
]
waarde
Toont
; onderbreekt de uitvoering van het programma tot u op
Í
drukt.
,
matrixnaam
)
matrixnaam
lijstnaam
,
)
lijstnaam
,"
tekst
")
rij
waarde
,
)
.
.
kolom
en
van het
rij
kolom
en
van het
Í
drukt.
y
>
MATH
4:Opvullen(
y 9
OPS
4:Opvullen
(
¼
†
I/O
6:Output(
¼
†
I/O
6:Uitvoer(
z
†
Par
¼
†
CTL
8:Pause
¼
†
CTL
8:Pause
Lijst opdrachten en functies
53