2.3 Pompfuncties – bedieningspaneel
/
/
Knop om over te schakelen tussen statische/wisseldrukfunctie (0/1).
= Modus 1 = Wisseldrukmodus, de cellen worden om en om opgeblazen
(niet de drie statische hoofdcellen). De druk wisselt tussen de cellen, een
cyclus duurt tien minuten. We raden aan om deze modus standaard te
gebruiken.
= Modus 0 = Statische modus, dezelfde druk in alle cellen. Wanneer de
knop "Static" wordt ingedrukt, wordt het wisseldrukproces beëindigd en
de druk tussen de cellen herverdeeld. De functie kan worden gebruikt
tijdens het uitvoeren van zorgtaken,
en tijdens het verplaatsen van de patiënt van of naar het bed.
Stroom aan/uit (1/0).
De geschikte luchtdruk wordt ingesteld met de comfortknop (1‐8).
Richtlijnen op basis van het lichaamsgewicht staan aangeduid in de tabel
op de pomp. OPMERKING: In alle situaties waarbij het hoofdeinde van
het bed omhoog wordt gezet,
worden verhoogd.
Gaat branden wanneer het matras klaar is voor gebruik.
Alarmen voor lage druk. Zie hoofdstuk 8 Probleemoplossing, om dit op te
lossen.
tijdens het veranderen van houding
moet de druk met ten minste één (1) stap
7