Inhoudsopgave
Advertenties
Controle van de band
1. Controleer of de bandenspanning normaal is. Controleer aan
de hand van het op de grond neerdrukken van de band of de
bandenspanning juist is. Als de bandenspanning abnormaal is,
controleer deze dan. In het algemeen zijn de voorwielen van
gewone banden 175±5kpa en de achterwielen 200±5kpa.
Vacuümband: Voor- en achterwielen 250±5 kpa.
2. Controleer of de band gebarsten of abnormaal versleten is.
3. Controleer of er spijkers, stenen en glas in de band zitten.
4. Wanneer de band is gebruikt tot aan de slijtage-indicator
van het loopvlak, moet de band worden vervangen.
Controle van de achteruitkijkspiegel
1. Controleer of de achteruitkijkspiegel vuil of
beschadigd is, houd de spiegel schoon en vervang deze
op tijd als deze beschadigd is.
2. Controleer vanuit de bestuurderspositie of de
achteruitkijkspiegel de toestand van de weg
respectievelijk achter en opzij laat zien.
25
Correct rijden
Starten en rijden
1. Steek de sleutel in het elektrische slot en draai de
aan/uit-schakelaar rechtsom om het gehele voertuigcircuit
in te schakelen.
2. Controleer de voeding en het verlichtingscircuit. De voor-
en achterremmen. Reflector, kentekenplaatverlichting.
Stuur en voor- en achterwiel. Onderdelen zoals banden.
Zorg ervoor dat er geen afwijkingen in de scooter zijn.
3. Houd het stuur met beide handen vast, stabiliseer de
scooter op de hoofdstandaard of de zijstandaard om het
achterwiel te laten landen, ondersteun de grond met de
linkervoet en zet de rechtervoet in de pedaalstand. Nadat
je op de scooter bent gaan zitten, draai je de snelheidsknop
langzaam linksom naar binnen, waarna de scooter begint
te rijden.
Snelheid afstellen
Je kunt de gashendel gebruiken om de acceleratie of
deceleratie aan te passen om de snelheid van de scooter
te regelen. Draai de gashendel linksom naar binnen en
de snelheid verandert van langzaam naar snel. Als je de
gashendel rechtsom draait, zal de snelheid afnemen. Na
het loslaten wordt de gashendel automatisch gereset en
stopt de motor.
●Blijf in het midden van de zitting zitten. Als u te ver naar voren of
ATTENTION
achteren zit, verandert de belastingsverhouding van de voor- en
achterwielen, waardoor het stuur trilt, wat gevaar oplevert.
26
Advertenties
Inhoudsopgave
