13. Technische gegevens
Omgevingsvoorwaarden
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
Beschermingsklasse
Maximale operationele hoogte
Vervuilingsgraad
Piekspanning
Elektrische specificaties
Spanning
Isolatiespanning Ui
Frequentie
Elektrische beveiliging van het oplaadstation
Max. laadstroom/laadvermogen Mode 3 aansluiting T2/T2S
(afhankelijk van versie)
Max. laadstroom/laadvermogen Mode 2 TE-TF-contactdoos
(afhankelijk van versie)
Elektrische beschermingsklasse
Overspanningscategorie
Aardingsschema
Minimale/mogelijke bedrading
Compatibiliteit verschilbeveiliging
Mechanische eigenschappen
Gewicht
Hoogte
Breedte
Diepte
Verpakkingsspecificaties
Gewicht
Hoogte
Breedte
Diepte
Classificering
Voedingsingang
Voedingsuitgang
Omgevings- en gebruiksvoorwaarden
Opstellingslocatie
Montagewijze
Apparaat klasse
Oplaadmodus
Elektrische aansluiting
Adapter
Kabellengte en kabelverlenging
Externe beluchting
22
-25 °C tot +50 °C
-35 °C tot +70 °C
5% tot 95%
IP 55 – IK 10
2000 m
3
4 kV
230 V / 400 V (driefasige versie) -15 % / +10 %
250 V~ / 500 V~
50/60 Hz +/- 1%
40 A stroomonderbreker, karakteristiek C, energiebegrenzingsklasse
I²t 3, op een circuit, dat niet meer dan 6 kA in kortsluiting kan leveren
(of gelijkwaardig)
32 A - 7 kW (eenfasige versie) / 32 A - 22 kW (driefasige versie)
16 A - 4 kW (eenfasige versie) / 16 A - 11 kW (driefasige versie)
10 A - 2300 W
Klasse 1 (aarding)
3
TN, TT
10 mm² massief of soepel/16 mm² soepel
Alleen koperen aders mogen worden gebruikt.
Type A (de 6 mA DC-detectie is in het oplaadstation geïntegreerd
conform NF-EN61851-1)
6 kg
549 mm
251 mm
173 mm
7,9 kg
595 mm
270 mm
300 mm
Voedingssysteem voor elektrische voertuigen (EV), dat permanent
op het wisselspanningsnet is aangesloten
Wisselspanningsvoedingssysteem voor EV
Toepassing in binnen- en buitenopstelling
Voor zones met onbeperkte toegang
Oppervlakmontage op meren, palen en dergelijke posities en montage
op palen, kolommen of buizen.
Horizontale installatie op een vloer of aan een plafond is verboden
1
Mode 3 via aansluiting T2/T2S en Mode 2 via aansluiting TE-TF
(afhankelijk van versie)
Aangesloten op de stekker of kabel of permanent verbonden.
Er mag geen aansluitadapter tussen het oplaadstation en de laadkabel
of tussen de laadkabel en het voertuig worden gebruikt.
Kabelverlengingen van de laadkabel zijn niet toegestaan. De laadkabel
moet uit één stuk bestaan en mag niet langer zijn dan 10 m.
Niet ondersteund