Inhoudsopgave
Advertenties
8. Eerste inbedrijfname WLAN-hotspot
Bij de eerste inbedrijfname na het starten van het oplaadstation (geel knipperend) wacht het oplaadstation op een RFID WLAN Hotspot-kaart
en knippert oranje.
Met deze RFID-kaart wordt de WLAN-hotspot geactiveerd, om de configuratie van het oplaadstation te kunnen benaderen
Wanneer 5 minuten lang geen RFID-kaart wordt gebruikt, wordt een fictieve kaart opgeslagen en is het niet mogelijk, de hotspot te activeren.
Deze stap kan ongedaan worden gemaakt, door 10 seconden lang de hand op de helderheidssensor aan de voorkant te leggen.
De RFID-kaart kan later in de configuratiesoftware worden veranderd, die via de hotspot of Internet kan worden benaderd.
Bij het resetten naar de fabrieksinstellingen wordt de RFID-kaart ook gewist.
9. Activeren van de WLAN-hotspot
Zodra een „WLAN hotspot" RFID-kaart is opgeslagen en deze bij de RFID-lezer wordt gehouden, gaat het oplaadstation over in de „WLAN
hotspot"-modus. Het oplaadstation zendt de eigen WLAN, met de standaard -ID „hager-evcs-[6laatste_tekens_UID]" en het wachtwoord
„hager[6laatste_tekens_UID]".
Voorbeeld: ID
hager-evcs-ab4df5
Wachtwoord
hagerab4df5
Bij ID's/wachtwoorden wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Bij verlies van de WLAN Hotspot-kaart is voor de toegang tot de configuratiesoftware het gebruik van een Ethernetkabel of resetten
naar de fabrieksinstellingen nodig.
1 sec.
1 sec.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
