2. Scheurtjes en andere beschadigingen
Controleer het loopvlak van de banden op scheurtjes of
andere beschadigingen.
3. Abnormale slijtage
Controleer de bandloopvlakken op abnormale slijtage.
4. Steentjes, stukjes glas of metaal
Controleer de loopvlakken en de wangen van de banden
op stukjes glas, metaal of steentjes.
5. Moet voldoende profieldiepte hebben
Als de band dusdanig is versleten dat het
slijtagegrensmerkje niet meer zichtbaar is, moet de band
vervangen worden. Vervang door een nieuwe band.
Abnormale bandspanning, scheurtjes, beschadigingen en abnormale
slijtage zullen instabiliteit van het stuur veroorzaken. Uiteindelijk kan
de band scheuren.
Als de band scheuren vertoont of tot het slijtagemerkje versleten is,
moet de band door een nieuwe vervangen worden.
WAARSCHUWING!
(4)
(5)
14
(5)
(2)
(2) (3)