10.1 Overzicht Sonar-toepassing
De Sonar-toepassing gebruikt de interne
sonarmodule en een DownVision™-transducer
voor een gedetailleerd structuuroverzicht van vis
en de (zee)bodem onder uw schip, waardoor u de
verschillende visgrootten, (zee)bodemstructuur en
obstakels onderwater goed kunt onderscheiden.
De Sonar-toepassing gebruikt CHIRP-verwerking
met een gecentreerde 200 KHz-pingfrequentie, wat
minder details geeft maar een hoger dieptebereik
dan de DownVision™-toepassing.
De Sonar-toepassing laat een van links naar rechts
over het scherm bewegend beeld zien.
De Sonar-toepassing gebruikt verschillende kleuren
om het verschil tussen objectsterktes aan te geven.
De gebruikte kleuren hangen af van het gebruikte
kleurenpalet (bijvoorbeeld het klassieke blauwe
kleurenpalet gebruikt blauw voor het zwakste en
rood voor het sterkste object).
1
3
5
7
1
Dieptemeting — huidige diepte van de (zee)bodem.
2
Scrollen gepauzeerd — scrollen wordt gepauzeerd
wanneer de joystick wordt gebruikt om de cursor over
het scherm te bewegen.
3
Dieptelijnen — horizontale stippellijnen op regelmatige
afstanden waarmee de diepte vanaf het oppervlak
wordt aangegeven.
4
Cursor — weergegeven in cursormodus.
5
(zee)Bodemlijn — toont een dikke lijn om de
(zee)bodem weer te geven.
6
Dieptemarkeringen — deze getallen geven de diepte
aan.
7
Snelheid - huidige grondsnelheid van het schip (SOG).
8
Watertemperatuur — huidige watertemperatuur.
9
Diepte object-ID — diepten worden weergegeven ten
opzichte van herkende objecten. De gevoeligheid van
deze ID's is gekoppeld aan de visalarmgevoeligheid:
hoe hoger de visalarmgevoeligheid, hoe groter het
aantal resultaten met labels.
Sonar-technologie
CHIRP technologie
80
2
4
6
9
D12782-1
•
Overzicht CHIRP-sonar
kenmerken
De snelheid van het
scrollende beeld pauzeren en
aanpassen.
Waypoints gebruiken om
visplaatsen of bestemmingen
te markeren.
Diepten van objecten
bepalen.
Alarmmeldingen
instellen (vis, diepte of
watertemperatuur).
De weergavemodus wijzigen
(zoom of A-scope).
Het dieptebereik op het
scherm wijzigen
Het aanpassen van de
gevoeligheidsinstellingen, die
u helpen het weergegeven
beeld te optimaliseren en te
vereenvoudigen.
Het sonarbeeld
De zeebodem interpreteren met behulp van sonar
Het is belangrijk dat u begrijpt hoe u op de juiste
wijze de zeebodemstructuur dient te interpreteren
op het scherm.
De zeebodem produceert normaal gesproken een
sterke echo.
De volgende beelden laten zien hoe verschillende
omstandigheden van de zeebodem worden
weergegeven op het scherm:
1
2
3
•
10.4 Weergaveopties
–
Scrollen
•
10.2 Regelaars van de
Sonar-toepassing
–
Een waypoint plaatsen
•
10.4 Weergaveopties
–
Objectdiepte-ID inscha-
kelen/uitschakelen
–
Dieptelijnen inschake-
len/uitschakelen
•
12.1 Alarmmeldingen
•
10.4 Weergaveopties
–
Het wijzigen van de
weergavemodus
•
10.3 Afstand
•
10.5 Aanpassingen
gevoeligheid
Dragonfly® 6 / Dragonfly® 7