de kanaalafstand wordt verkleind van 350 kHz tot 125 kHz. Zenders kunnen op naastgelegen kanalen worden geplaatst met
verwaarloosbare intermodulatievervorming (IMD).
De high-densitymodus is ideaal voor toepassingen waarbij vele kanalen zijn vereist in een beperkt gebied, de zendafstanden
kort zijn en het aantal beschikbare frequenties beperkt is. In de high-densitymodus is een bereik van maximaal 30 meter be-
schikbaar.
De ontvanger instellen op de high-densitymodus
Om de ontvanger in te stellen op de high-densitymodus:
DEVICE UTILITIES > ADVANCED RF > HIGH DENSITY
Gebruik de bedieningsknop om HIGH DENSITY op ON te zetten.
Synchroniseer als daarom wordt gevraagd de zender en ontvanger om de modus HIGH DENSITY in te schakelen.
Opmerking: Als de ontvanger in de modus HIGH DENSITY staat, worden de volgende indicators weergegeven op het scherm van de ontvanger:
•
Het pictogram HD verschijnt op het scherm van de ontvanger
•
De naam van de ontvangerband wordt weergegeven met de toevoeging "HD" (bijvoorbeeld: De G50-band wordt weerge-
geven als G50HD)
•
Er worden letters in plaats van nummers toegewezen aan de zendergroep en het kanaal (bijvoorbeeld: G:AA CH:AA)
Beste praktijken voor high-densitymodus
•
Plaats bij de bandplanning ULX-D high-densitykanalen in een frequentiereeks die is gescheiden van andere apparaten.
•
Gebruik een afzonderlijke RF-zone voor ULX-D high-densitykanalen om intermodulatievervorming van andere apparaten
te voorkomen.
•
Schakel tijdens het scannen van high-densitykanalen alle andere zenders in en plaats deze op de positie waar ze zullen
worden gebruikt.
•
Voer een looptest uit om het zenderbereik te controleren.
•
Bij gebruik van aangepaste groepen moeten de in de ontvanger geladen groepen compatibel zijn met de high-densitymo-
dus.
Systeem resetten
Bij een systeemreset worden de huidige ontvangerinstellingen gewist en worden de standaard fabrieksinstellingen hersteld.
Om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen:
1.
Ga naar DEVICE UTILITIES > SYSTEM RESET > RESTORE.
2.
Blader naar de optie DEFAULT SETTINGS en druk op ENTER.
3.
Druk op de knipperende knop ENTER om de ontvanger terug te stellen naar de standaardinstellingen.
Firmware
Firmware is software die is ingebouwd in elk onderdeel dat functionaliteit regelt. Periodiek worden nieuwe firmwareversies ont-
wikkeld die aanvullende functies en verbeteringen bevatten. Om te profiteren van ontwerpverbeteringen kunnen nieuwe ver-
sies van de firmware worden geüpload en geïnstalleerd met behulp van het hulpprogramma Shure Update Utility dat beschik-
baar is op de pagina
Shure Update
Utility.
Shure Incorporated
28/51