steeds branden als de zender is uitgeschakeld, heeft dat kanaal te veel last van storing en dient u een ander kanaal te probe-
ren.
De rode RF-LED geeft een RF-overbelasting aan. Dit veroorzaakt gewoonlijk geen probleem, tenzij u meer dan één systeem
tegelijk gebruikt; in dit geval kan storing in het andere systeem worden veroorzaakt.
Compatibiliteit
•
Voer een scan en synchronisatie uit om te verzekeren dat de zender en ontvanger op dezelfde groep en hetzelfde kanaal
zijn ingesteld.
•
Bekijk het etiket op de zender en de ontvanger om er zeker van te zijn dat ze van dezelfde band zijn (G50, J50, L50 etc.).
Storing verminderen
•
Voer een groep- of kanaalscan uit om de beste open frequentie te vinden. Voer een synchronisatie uit om de instelling
naar de zender over te brengen.
•
Controleer bij meerdere systemen of alle systemen zijn ingesteld op kanalen in dezelfde groep (systemen in verschillende
banden hoeven niet op dezelfde groep te worden ingesteld).
•
Zorg voor een zichtlijn tussen de antenne van de zender en de ontvanger.
•
Houd ontvangerantennes uit de buurt van metalen voorwerpen of andere bronnen van RF-storing (zoals cd-spelers, com-
puters, digitale effecten, netwerkschakelaars, netwerkkabels en draadloze Personal Stereo Monitor [PSM]-systemen).
•
Elimineer RF-overbelasting (zie hieronder).
Het bereik vergroten
Als de zender op meer dan 6 tot 60 m (20 tot 200 voet) afstand van de ontvangerantenne is, kunt u het bereik mogelijk op een
van de volgende manieren vergroten:
•
Storing verminderen (zie hierboven).
•
RF-vermogensniveau van zender verhogen.
•
Gebruik de normale modus in plaats van de hoge-dichtheidsmodus.
•
Door middel van een actieve directionele antenne, antennedistributiesysteem of ander antenneaccessoire het RF-bereik
vergroten.
RF-overbelasting elimineren
Als u de rode RF-LED op een ontvanger ziet, kunt u het volgende proberen:
•
Het RF-vermogensniveau van de zender verminderen
•
Plaats de zender verder van de ontvanger – minimaal 6 m (20 voet)
•
Verminder de versterking van de antenne of versterker als u actieve antennes gebruikt.
•
Gebruik omnidirectionele antennes
Antennestoringen
De melding Antennefout duidt op kortsluiting bij een antennepoort.
•
Controleer de antennes en kabels op beschadiging
•
Controleer of de antennepoorten niet overbelast zijn
•
Controleer de instelling van de antennevoorspanning. Schakel de voorspanning uit bij gebruik van passieve antennes.
Shure Incorporated
50/66