5.6 Evaluatie van een testresultaat
WAARSCHUWING
Wijzig nooit op eigen initiatief de voor-
geschreven hoeveelheid medicatie of
een therapie op basis van één enkel
testresultaat van uw bloedglucosemeting.
®
De MediTouch 2 bloedglucoseteststrips werken
met een verbeterde technologie (GDH-FAD) om
het glucosegehalte nauwkeuriger te kunnen be-
palen. Ze zijn zo gekalibreerd dat de waarden
makkelijker met de labowaarden kunnen worden
vergeleken.
De normale bloedglucosewaarde van een vol-
wassene zonder diabetes ligt tussen 3,9 - 7,2
mmol/L (70 en 130 mg/dl). Twee uren na een
maaltijd moet ligt de bloedglucosewaarde van
volwassenen zonder diabetes bij minder als 10
mmol/L (180 mg/dl). Voor personen met diabetes
geldt: Bespreek met uw arts het bereik van de
bloedglucosewaarde dat voor u van toepassing
is.
Bijzondere testresultaten
Als uw testresultaat niet met uw verwachtingen
overeenkomt, doet u het volgende:
1. Voer de controletest uit, hoofdstuk 5.1 "Ge-
bruik van de controlevloeistof".
2. Herhaal de bloedglucosetest, hoofdstuk 5.4
"Bloedglucosewaarde bepalen".
3. Als uw testresultaat naar uw gevoel nog
steeds afwijkt, neem dan contact op met uw
arts.
AANWIJZINGEN
i
• Extreem hoge luchtvochtigheid kan
invloed hebben op de testresultaten. Een
relatieve luchtvochtigheid van meer dan
90% kan leiden tot foutieve resultaten.
• Is het aandeel van de rode bloedlichaamp-
jes (Hematocrietwaarde) heel hoog (boven
60%) of zeer laag (onder 20%), dan kan dit
de meetresultaten negatief beïnvloeden.
5 Gebruik
33