Apparaat met druk-watertoevoer - met afvoerpomp - met
spoeldrukverhogingspomp - met waterontharder - met
koude spoelbeurt
WS
S
YV3
YV1
M2
Apparaat met druk-watertoevoer - met afvoerpomp - met
waterontharder - met koude spoelbeurt
WS
S
YV3
YV1
Verklaring
WI = Ingang water
AG = Air gap
D = Afvoer
M1 = Waspomp
M2 = Drukverhogingspomp
M3 = Afvoerpomp
E.8
Elektrische aansluitingen
• De aarddraad aan de kant van het klemmenbord moet
langer zijn (max. 20 mm) dan de fasedraden.
• De stekker moet ook bereikbaar blijven nadat het apparaat
op de definitieve plaats is gezet. Verzeker u ervan dat de
voedingskabel niet bekneld raakt door het apparaat zelf;
een beschadigde voedingskabel zou oververhit kunnen
raken en in brand vliegen of een kortsluiting veroorzaken.
• Zorg ervoor dat het stopcontact op de juiste manier geaard
is.
• Steek pas aan het einde van de installatie de hoofdstekker
in het stopcontact.
• Gebruik altijd een aardlekschakelaar die correct geïnstal-
leerd is.
• Gebruik geen adapters en verlengsnoeren voor meerdere
stekkers.
• Trek niet aan de voedingskabel om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd de stekker uit het stopcontact.
18
M3
YV2
D
M3
YV2
S = Zoutvat
WS = Waterontharder
YV1 = Elektromagnetische
vulklep
YV2 = Elektromagneetklep
naspoelen koud
YV3 = Elektromagnetische
regeneratieklep
• Raak de voedingskabel of de stekker niet aan met natte
handen.
• De uitrusting moet ook zijn opgenomen in een equipoten-
tiaalsysteem, waarvan de aansluiting moet zijn uitgevoerd
met schroeven EQ (zie Installatieschema) aangegeven
door het symbool
. De equipotentiaaldraad moet een
minimale doorsnede hebben van 10 mm.
• Alleen voor het VK en Ierland: het apparaat heeft een
netstekker van 13 A. Als het nodig is om de zekering in de
netstekker te vervangen, gebruik dan een ASTA (BS 1362)-
zekering van 13 A.
E.9
Veiligheidsvoorzieningen
• Een overbelastingsbeveiliging met automatische reset is in
de elektrische pompspiralen ingebouwd en schakelt de
voeding naar de pomp uit in geval van een defect.
• Een inrichting voorkomt dat het boilerwater terugstroomt in
het
systeem
in
geval
watertoevoersysteem.
• Dankzij een overloopbuis, aangesloten op de afvoer, is het
waterpeil in het reservoir altijd constant.
• Als het waterniveau in het reservoir te hoog is, wordt de
afvoerpomp (indien aanwezig) automatisch geactiveerd om
het teveel aan water weg te pompen.
BELANGRIJK
De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprake-
lijk gesteld worden als deze voorschriften niet in
acht worden genomen.
E.10 Doseerapparaten en voorzieningen voor
vaatwas-/naglansmiddel
LET OP:
Als de machine aangesloten is op een wateront-
harder en/of osmosesysteem, neem dan contact
op met de leverancier van jet vaatwasmiddel voor
een specifiek product.
PAS OP
De peristaltische doseerapparaten (vaat-
wasmiddel en glansspoelmiddel) en de
interne leiding van het doseerapparaat
voor glansspoelmiddel, moeten regelma-
tig onderhouden worden (minstens één of
twee keer per jaar) of na een lange
periode van inactiviteit van de machine
LET OP:
Als de peristaltische doseerapparaten in de
machine geïnstalleerd zijn, vindt de dosering van
het vaatwas-/glansspoelmiddel automatisch plaats
in de gewenste concentratie. De concentratie van
vaatwas-/glansspoelmiddel hangt af van het type
product dat gebruikt wordt en van de hardheid van
het toevoerwater (controleer de kenmerken die
vermeld zijn op het etiket van het product).
2
.
van
een
defect
aan
het